De Winterheks
De schrijfopdracht : Het verhaal moest beginnen met: “Ze is het best bewaarde kerstgeheim van allemaal,” fluisterde de Kerstman. “Zonder haar zou Kerstmis niet bestaan. Ze is ouder dan de tijd, maar nog steeds zo jong als de dag van morgen. Ze staat bekend als de Winterheks.”
Daarnaast moesten de woorden ‘wafelijzer’ en ‘jaloezie’ er in verwerkt worden.
Daarnaast moesten de woorden ‘wafelijzer’ en ‘jaloezie’ er in verwerkt worden.
Hier vind je de ingesproken versie van De Winterheks =>
|
|
Een magisch kerstsprookje
"Ze is het best bewaarde kerstgeheim van allemaal” zei de Kerstman. “Zonder haar zou Kerstmis niet eens bestaan. Ze is ouder dan de tijd, maar nog steeds zo jong als de dag van morgen. Ze staat bekend als de Winterheks.”
“Wat vind je van deze tekst mw. Clausje?" vraagt de Kerstman aan zijn vrouw. “Dat begint er al aardig op te lijken” reageert mw. Clausje, terwijl ze de volgende wafel omdraait in het wafelijzer.
Over een uurtje hebben de Kerstman en de Winterheks hun jaarlijkse overleg, waarbij de overheerlijke wafels van mw. Clausje vaste prik zijn.
Dit jaar gaan er met kerst dingen drastisch veranderen, hebben de Kerstman en mw. Clausje besloten. De Winterheks zal de credits gaan krijgen die ze verdient, ook al zal ze daar waarschijnlijk heel hard tegen protesteren.
Hoe het begon
Er was eens een heks, genaamd de Winterheks. In tegenstelling tot de verhalen die de ronde doen over heksen, was zij er niet eentje met een knobbel op haar neus, een kromme rug en een griezelige lach. Nee, de Winterheks was mooi en lief en als ze lachte dan ging de lucht vrolijk tintelen. Ze was echter ook heel verlegen en droeg, om niet op te vallen, op één dag na, altijd een zwarte jurk. Op die ene dag, de dag voor kerst droeg ze haar roze jurk. Als ze die aan had, voelde ze zich voor één keer zeker en mooi van zichzelf. Waarom ze deze jurk maar één dag in het jaar droeg wist ze eigenlijk niet. Dat was zo gegroeid.
Overal om zich heen zag ze haar collega-heksen de meest vreselijke fratsen uithalen met hun toverstok en drankjes, maar zij had daar nooit behoefte aan gehad. Wat zij het allerliefste deed was kijken naar de mensen op aarde en dan vooral naar de spelende kinderen. In die tijd werd er al wel kerst gevierd op aarde, maar het was nogal sober en met name bij de arme mensen was weinig ruimte om het die dagen feestelijk te maken.
Langzamerhand groeide bij de winterheks een idee. Naarmate dit idee meer vorm kreeg, realiseerde zij zich dat ze dit niet alleen zou kunnen.
De volgende dag ging ze, zoals ieder jaar, wafels eten bij haar vriend Claus en zijn vrouw mw. Clausje. Na wat bijgekletst te hebben over het voorbije jaar, legde de Winterheks haar idee voor aan Claus en mw. Clausje. Tijdens haar verhaal zag ze de glimlach op hun gezichten steeds groter worden, samen met de glinstering in hun ogen.
“Dus als ik het goed begrijp wil je alle kinderen met kerst cadeautjes bezorgen?”
“Dat heb je helemaal goed begrepen, Claus. En nu de vraag, willen jullie mij daarbij helpen, want ik zal dit niet alleen kunnen... en ik wil het zo magisch mogelijk maken, zodat het niet alleen om de cadeautjes gaat, maar ook om de magie er omheen. Ook daarbij heb ik jullie hulp nodig.”
Onder het genot van de overheerlijke, zoete wafels van mw. Clausje brainstormden ze verder over hoe ze het aan zouden pakken. De meest uiteenlopende en gekke ideeën kwamen op tafel. Sommige werden gelijk van tafel geveegd, andere werden verder uitgewerkt. Eén obstakel was er wel bij alle ideeën, namelijk dat de winterheks niet wilde dat de mensen er achter kwamen dat zij bestond en iets te maken had met wat ze bedacht hadden. Haar verlegenheid zorgde er voor dat ze op de achtergrond wilde blijven.
Claus had daarentegen geen last van verlegenheid, hij vond het juist heerlijk om met anderen contact te hebben.
Vele wafels later (mw. Clausje was drie keer opnieuw begonnen met bakken) was het plan compleet. Voor degenen die, wat eigenlijk onvoorstelbaar is, maar je weet maar nooit, het niet weten in het kort als volgt:
- De Winterheks zou alle cadeautjes toveren en een vliegende arrenslee met rendieren (het meest magische onderdeel van het plan).
- Claus, die zichzelf de Kerstman zou gaan noemen, zou de cadeautjes ’s nachts bij de kinderen bezorgen en overdag overal op de wereld langs gaan zodat kinderen hun wensen aan hem konden vertellen.
- Mw. Clausje was met het idee gekomen dat Claus natuurlijk niet als zichzelf kon gaan. Zij zou een mooi pak voor hem maken, ze had al zo haar ideeën. Zij zou ook hun elfenvriendjes vragen of zij wilden helpen met het inpakken van de cadeautjes en hiervoor de sollicitatieronde doen.
En zo is het jaren gegaan en gaat het nog steeds.
Terug naar het heden
Klop, klop. “Daar zal je de Winterheks hebben” zei de Kerstman en liep naar de deur om hem open te doen. “Kom binnen, kom binnen, het is extreem koud dit jaar.” De Winterheks liep inderdaad rillend van de kou, snel de warme hal van het huis van de Kerstman binnen.
“Ga zitten! Mw. Clausje is al weer begonnen met bakken van wafels.”
Na mw. Clausje gedag gezegd te hebben, ging de Winterheks zitten. Ze wist niet of ze het zich verbeeldde, maar de Kerstman leek wat gespannen en dat was niets voor hem. Zou er iets aan de hand zijn? Ze had zich voorbereid op het jaarlijkse overleg over de kerst, wat eigenlijk ieder jaar op hetzelfde neerkwam en waarna ze zich snel tegoed deden aan de wafels van mw. Clausje.
Ze voelde echter bij zichzelf ook wat spanning. Na jarenlang aanhoren van de verhalen van de Kerstman over hoe leuk en gezellig het wel niet was geweest allemaal, merkte ze dat ze nieuwsgierig was geworden naar hoe het was om al die vrolijke kinderen van dichtbij te zien, hun wensen te horen en de sfeer op aarde van dichtbij te proeven. Als ze heel eerlijk was, was ze zelfs een beetje jaloers op de Kerstman. Tegelijkertijd werd ze boos op zichzelf, want zij zou het nooit durven, dus had ze ook geen recht om jaloers te zijn.
Mw. Clausje zette de wafels op tafel en zij en de Kerstman gingen ook zitten.
“Ik zal maar meteen met de deur in huis vallen” zei de Kerstman. “Het heeft geen zin het nog langer uit te stellen. Er moet iets veranderen, Winterheks.”
“Veranderen? Wat bedoel je?”
“Ik word te oud!”
“Te oud?”
“Ga je nu steeds alles herhalen wat ik zeg?” reageerde de Kerstman kortaf.
De Winterheks schoof van schrik haar stoel een stukje naar achteren.
“Nou, nou, Claus” zei mw. Clausje. “Even rustig aan, ik weet dat je gespannen bent, maar je jaagt de Winterheks zo de stuipen op haar lijf.”
De Kerstman bromde wat en begon toen opnieuw. “Ik heb gemerkt dat het mij allemaal toch wat teveel wordt. Al dat gedoe rond kerst. Ik ben moe en het valt mij steeds zwaarder om vriendelijk te blijven tegen al die kinderen. Als ik heel eerlijk ben, ben ik soms best jaloers op jouw rol. Lekker rustig op de achtergrond.” Een diep zucht ontsnapte uit zijn mond na deze woorden. Hij durfde de Winterheks niet aan te kijken, bang voor haar reactie. De Winterheks wist niet wat ze moest zeggen.
Om de spanning te doorbreken, legde mw. Clausje nog een wafel op de borden. “Zo, tijd om eerst nog een wafel te eten en dan praten we weer verder” zei ze ferm. Gelukkig bleef mw. Clausje de rust zelve.
In de hoofden van de Kerstman en de Winterheks schoten de gedachten heen en weer, terwijl ze hun wafel aten.
“Winterheks wat gaat er nu door je heen?” vroeg mw. Clausje.
“Eh... we kunnen toch niet zomaar stoppen? Maar hoe moet het anders, wie moet dan de kinderen blij maken?”
“Jij!” zeiden de Kerstman en mw Clausje in koor.
“Ik? Maar dat kan ik toch helemaal niet?!”
“Wij denken van wel. Je weet precies wat er moet gebeuren en ik wil ook niet gelijk helemaal stoppen, maar het eerst samen doen.”
“Ja, maar...”
“Geen gemaar. Het wordt tijd dat jij de credits gaat krijgen voor je ideeën en al het werk.”
De Kerstman en de Winterheks slaakten beide een diepe zucht en vroegen tegelijkertijd: “Mag ik nog een wafel, mw. Clausje?”
Met een grote glimlach stond mw. Clausje op om voor hen alledrie een nieuwe wafel te pakken. En net als jaren geleden werd het weer een lange brainstorm. Dit keer over hoe ze de Winterheks op aarde konden introduceren. Ze wisten dat veel volwassenen moeite hadden met veranderingen, zeker binnen vastgeroeste tradities. Kinderen waren daar veel makkelijker in. Om allerlei vervelende, boze discussies te vermijden, besloten ze dat ze de aarde gewoon voor een voldongen feit zouden stellen Ze zouden een kort bericht op aarde verspreiden met daarin de mededeling dat de Winterheks de Kerstman zou gaan ondersteunen.
Ook nu was er echter nog één obstakel. De Winterheks was nog steeds te verlegen. In contacten werd ze zo nerveus, en als ze nerveus werd dan werd ze Pimpelpaars en begon vreselijk te trillen. De oplossing hiervoor hadden ze nog niet. Daarover moesten ze nog een nachtje slapen.
Na nog een laatste overheerlijke wafel (ze leken dit jaar nog lekkerder dan anders te zijn) ging de Winterheks naar huis.
Haar gedachten maalden door haar hoofd met steeds weer de vraag: Hoe? Hoe?
Ze verwachtte niet dat ze zou kunnen slapen, maar besloot toch op tijd naar bed te gaan, wie weet morgen....
Ze opende de deuren van haar kledingkast om haar zwarte jurk daar in te hangen en je snapt het misschien al, daar hing de oplossing. Haar roze jurk! De jurk die haar, als ze deze aanhad, een gevoel van zekerheid en vertrouwen gaf.
De gedachte dat ze de jurk maar één dag per jaar aan mocht schoof ze opzij, want niemand had haar ooit gezegd dat ze hem niet vaker aan mocht.
Die nacht sliep ze heel diep en had de meest wonderlijk, mooie dromen over kerst.
De volgende dag ging ze zo snel als ze kon naar de Kerstman en mw. Clausje om hen op de hoogte te brengen dat hun plannen definitief door konden gaan.
Met behulp van de magie van de Winterheks verspreidden ze zo snel als het kon het bericht over de komst van de Kerstman samen met de Winterheks. Ze hoorden wat gemopper hier en daar bij de volwassenen, maar alle kinderen waren alleen maar nieuwsgierig, alhoewel sommigen ook wat bang waren, want, ondanks wat er in het bericht stond, hadden ze toch geleerd dat een heks een slecht iemand was?
Kerst dit jaar
De dag waarop het gaat gebeuren is aangebroken. De Winterheks heeft haar roze jurk meegenomen naar de Kerstman en mw. Clausje, en zal hem daar aan doen. Mw. Clausje zal haar lange haren mooi in de krul zetten.
De Winterheks ziet Pimpelpaars van nervositeit en trilt als een rietje en mompelt alleen maar “Ik kan het niet, ik kan het niet, ik kan het niet.”
“Doe de jurk nu maar aan Winterheks, dan zal je je veel beter voelen.”
“Ja maar, stel dat het toch niet werkt, dat het alleen op Kerstavond werkt?”
“Daar kom je alleen achter door het te proberen.” Mw. Clausje houdt haar de jurk voor, de Winterheks pakt hem aan en trekt hem over haar hoofd.
Met het glijden van de jurk langs haar lichaam naar beneden, voelt ze een prikkeling door haar lichaam gaan, een kracht, een vertrouwen. Daar staat ze, rechtop, open blik, een glimlach die verandert in een lach waarbij de lucht begint te tintelen.
“Kom het wordt tijd om te gaan Winterheks.”
De slee staat al klaar, de rendieren trappelen van ongeduld. Snel geeft de Winterheks mw. Clausje een dikke knuffel en stapt in de slee.
Ze kijkt haar ogen uit en geniet van het zweven door de lucht. De Kerstman kijkt met een tevreden blik opzij, blij dat hij naar zijn gevoel én natuurlijk naar mw. Clausje heeft geluisterd.
Bij een grote loods zetten ze de slee aan de grond en lopen samen naar het dorpsplein van het pittoreske dorpje. De Kerstman pakt even de hand van de Winterheks en geeft er een geruststellend kneepje in. Dat is echter niet nodig. De Winterheks voelt zich alleen maar blijer worden met het idee wat gaat gebeuren.
De hoek om en daar is het plein. Ze ziet zoveel volwassenen en kinderen, zingend en wachtend op de Kerstman én op haar. Even staat ze stil. De Kerstman kijkt om, pakt haar hand, verwachtend dat ze niet durft. Ze staat echter even stil, omdat ze dit beeld en dit gevoel heel bewust in zich op wil nemen. Ze glimlacht en loopt dan verder.
Een klein jongetje dat zich net omdraait ziet hen aankomen. “Daar zijn ze, de Kerstman en de Winterheks” roep hij.
Iedereen draait zich om en begint te juichen. Ze gaan opzij om de Kerstman en de Winterheks door te laten. In het midden op het plein staan dit keer niet één maar twee prachtige stoelen, zo mooi als Koningstronen. De Winterheks moet lachen en huilen tegelijk. Al die mensen, al die kinderen, komen ook voor haar. Al die blije gezichten zijn er ook voor haar, zij is degene die mede deze vrolijke kerstsfeer teweeg brengt.
Lang kan ze hier echter niet bij stil staan, want ze moet aan het ‘werk’.
Alle kinderen die in de rij staan mogen nu ook aan haar hun wensen vertellen. Haar droom is uitgekomen.
Met een glimlach kijkt ze nog even naar de Kerstman, hij knikt even en knipoogt. Zij lacht en de lucht tintelt.
“Wat vind je van deze tekst mw. Clausje?" vraagt de Kerstman aan zijn vrouw. “Dat begint er al aardig op te lijken” reageert mw. Clausje, terwijl ze de volgende wafel omdraait in het wafelijzer.
Over een uurtje hebben de Kerstman en de Winterheks hun jaarlijkse overleg, waarbij de overheerlijke wafels van mw. Clausje vaste prik zijn.
Dit jaar gaan er met kerst dingen drastisch veranderen, hebben de Kerstman en mw. Clausje besloten. De Winterheks zal de credits gaan krijgen die ze verdient, ook al zal ze daar waarschijnlijk heel hard tegen protesteren.
Hoe het begon
Er was eens een heks, genaamd de Winterheks. In tegenstelling tot de verhalen die de ronde doen over heksen, was zij er niet eentje met een knobbel op haar neus, een kromme rug en een griezelige lach. Nee, de Winterheks was mooi en lief en als ze lachte dan ging de lucht vrolijk tintelen. Ze was echter ook heel verlegen en droeg, om niet op te vallen, op één dag na, altijd een zwarte jurk. Op die ene dag, de dag voor kerst droeg ze haar roze jurk. Als ze die aan had, voelde ze zich voor één keer zeker en mooi van zichzelf. Waarom ze deze jurk maar één dag in het jaar droeg wist ze eigenlijk niet. Dat was zo gegroeid.
Overal om zich heen zag ze haar collega-heksen de meest vreselijke fratsen uithalen met hun toverstok en drankjes, maar zij had daar nooit behoefte aan gehad. Wat zij het allerliefste deed was kijken naar de mensen op aarde en dan vooral naar de spelende kinderen. In die tijd werd er al wel kerst gevierd op aarde, maar het was nogal sober en met name bij de arme mensen was weinig ruimte om het die dagen feestelijk te maken.
Langzamerhand groeide bij de winterheks een idee. Naarmate dit idee meer vorm kreeg, realiseerde zij zich dat ze dit niet alleen zou kunnen.
De volgende dag ging ze, zoals ieder jaar, wafels eten bij haar vriend Claus en zijn vrouw mw. Clausje. Na wat bijgekletst te hebben over het voorbije jaar, legde de Winterheks haar idee voor aan Claus en mw. Clausje. Tijdens haar verhaal zag ze de glimlach op hun gezichten steeds groter worden, samen met de glinstering in hun ogen.
“Dus als ik het goed begrijp wil je alle kinderen met kerst cadeautjes bezorgen?”
“Dat heb je helemaal goed begrepen, Claus. En nu de vraag, willen jullie mij daarbij helpen, want ik zal dit niet alleen kunnen... en ik wil het zo magisch mogelijk maken, zodat het niet alleen om de cadeautjes gaat, maar ook om de magie er omheen. Ook daarbij heb ik jullie hulp nodig.”
Onder het genot van de overheerlijke, zoete wafels van mw. Clausje brainstormden ze verder over hoe ze het aan zouden pakken. De meest uiteenlopende en gekke ideeën kwamen op tafel. Sommige werden gelijk van tafel geveegd, andere werden verder uitgewerkt. Eén obstakel was er wel bij alle ideeën, namelijk dat de winterheks niet wilde dat de mensen er achter kwamen dat zij bestond en iets te maken had met wat ze bedacht hadden. Haar verlegenheid zorgde er voor dat ze op de achtergrond wilde blijven.
Claus had daarentegen geen last van verlegenheid, hij vond het juist heerlijk om met anderen contact te hebben.
Vele wafels later (mw. Clausje was drie keer opnieuw begonnen met bakken) was het plan compleet. Voor degenen die, wat eigenlijk onvoorstelbaar is, maar je weet maar nooit, het niet weten in het kort als volgt:
- De Winterheks zou alle cadeautjes toveren en een vliegende arrenslee met rendieren (het meest magische onderdeel van het plan).
- Claus, die zichzelf de Kerstman zou gaan noemen, zou de cadeautjes ’s nachts bij de kinderen bezorgen en overdag overal op de wereld langs gaan zodat kinderen hun wensen aan hem konden vertellen.
- Mw. Clausje was met het idee gekomen dat Claus natuurlijk niet als zichzelf kon gaan. Zij zou een mooi pak voor hem maken, ze had al zo haar ideeën. Zij zou ook hun elfenvriendjes vragen of zij wilden helpen met het inpakken van de cadeautjes en hiervoor de sollicitatieronde doen.
En zo is het jaren gegaan en gaat het nog steeds.
Terug naar het heden
Klop, klop. “Daar zal je de Winterheks hebben” zei de Kerstman en liep naar de deur om hem open te doen. “Kom binnen, kom binnen, het is extreem koud dit jaar.” De Winterheks liep inderdaad rillend van de kou, snel de warme hal van het huis van de Kerstman binnen.
“Ga zitten! Mw. Clausje is al weer begonnen met bakken van wafels.”
Na mw. Clausje gedag gezegd te hebben, ging de Winterheks zitten. Ze wist niet of ze het zich verbeeldde, maar de Kerstman leek wat gespannen en dat was niets voor hem. Zou er iets aan de hand zijn? Ze had zich voorbereid op het jaarlijkse overleg over de kerst, wat eigenlijk ieder jaar op hetzelfde neerkwam en waarna ze zich snel tegoed deden aan de wafels van mw. Clausje.
Ze voelde echter bij zichzelf ook wat spanning. Na jarenlang aanhoren van de verhalen van de Kerstman over hoe leuk en gezellig het wel niet was geweest allemaal, merkte ze dat ze nieuwsgierig was geworden naar hoe het was om al die vrolijke kinderen van dichtbij te zien, hun wensen te horen en de sfeer op aarde van dichtbij te proeven. Als ze heel eerlijk was, was ze zelfs een beetje jaloers op de Kerstman. Tegelijkertijd werd ze boos op zichzelf, want zij zou het nooit durven, dus had ze ook geen recht om jaloers te zijn.
Mw. Clausje zette de wafels op tafel en zij en de Kerstman gingen ook zitten.
“Ik zal maar meteen met de deur in huis vallen” zei de Kerstman. “Het heeft geen zin het nog langer uit te stellen. Er moet iets veranderen, Winterheks.”
“Veranderen? Wat bedoel je?”
“Ik word te oud!”
“Te oud?”
“Ga je nu steeds alles herhalen wat ik zeg?” reageerde de Kerstman kortaf.
De Winterheks schoof van schrik haar stoel een stukje naar achteren.
“Nou, nou, Claus” zei mw. Clausje. “Even rustig aan, ik weet dat je gespannen bent, maar je jaagt de Winterheks zo de stuipen op haar lijf.”
De Kerstman bromde wat en begon toen opnieuw. “Ik heb gemerkt dat het mij allemaal toch wat teveel wordt. Al dat gedoe rond kerst. Ik ben moe en het valt mij steeds zwaarder om vriendelijk te blijven tegen al die kinderen. Als ik heel eerlijk ben, ben ik soms best jaloers op jouw rol. Lekker rustig op de achtergrond.” Een diep zucht ontsnapte uit zijn mond na deze woorden. Hij durfde de Winterheks niet aan te kijken, bang voor haar reactie. De Winterheks wist niet wat ze moest zeggen.
Om de spanning te doorbreken, legde mw. Clausje nog een wafel op de borden. “Zo, tijd om eerst nog een wafel te eten en dan praten we weer verder” zei ze ferm. Gelukkig bleef mw. Clausje de rust zelve.
In de hoofden van de Kerstman en de Winterheks schoten de gedachten heen en weer, terwijl ze hun wafel aten.
“Winterheks wat gaat er nu door je heen?” vroeg mw. Clausje.
“Eh... we kunnen toch niet zomaar stoppen? Maar hoe moet het anders, wie moet dan de kinderen blij maken?”
“Jij!” zeiden de Kerstman en mw Clausje in koor.
“Ik? Maar dat kan ik toch helemaal niet?!”
“Wij denken van wel. Je weet precies wat er moet gebeuren en ik wil ook niet gelijk helemaal stoppen, maar het eerst samen doen.”
“Ja, maar...”
“Geen gemaar. Het wordt tijd dat jij de credits gaat krijgen voor je ideeën en al het werk.”
De Kerstman en de Winterheks slaakten beide een diepe zucht en vroegen tegelijkertijd: “Mag ik nog een wafel, mw. Clausje?”
Met een grote glimlach stond mw. Clausje op om voor hen alledrie een nieuwe wafel te pakken. En net als jaren geleden werd het weer een lange brainstorm. Dit keer over hoe ze de Winterheks op aarde konden introduceren. Ze wisten dat veel volwassenen moeite hadden met veranderingen, zeker binnen vastgeroeste tradities. Kinderen waren daar veel makkelijker in. Om allerlei vervelende, boze discussies te vermijden, besloten ze dat ze de aarde gewoon voor een voldongen feit zouden stellen Ze zouden een kort bericht op aarde verspreiden met daarin de mededeling dat de Winterheks de Kerstman zou gaan ondersteunen.
Ook nu was er echter nog één obstakel. De Winterheks was nog steeds te verlegen. In contacten werd ze zo nerveus, en als ze nerveus werd dan werd ze Pimpelpaars en begon vreselijk te trillen. De oplossing hiervoor hadden ze nog niet. Daarover moesten ze nog een nachtje slapen.
Na nog een laatste overheerlijke wafel (ze leken dit jaar nog lekkerder dan anders te zijn) ging de Winterheks naar huis.
Haar gedachten maalden door haar hoofd met steeds weer de vraag: Hoe? Hoe?
Ze verwachtte niet dat ze zou kunnen slapen, maar besloot toch op tijd naar bed te gaan, wie weet morgen....
Ze opende de deuren van haar kledingkast om haar zwarte jurk daar in te hangen en je snapt het misschien al, daar hing de oplossing. Haar roze jurk! De jurk die haar, als ze deze aanhad, een gevoel van zekerheid en vertrouwen gaf.
De gedachte dat ze de jurk maar één dag per jaar aan mocht schoof ze opzij, want niemand had haar ooit gezegd dat ze hem niet vaker aan mocht.
Die nacht sliep ze heel diep en had de meest wonderlijk, mooie dromen over kerst.
De volgende dag ging ze zo snel als ze kon naar de Kerstman en mw. Clausje om hen op de hoogte te brengen dat hun plannen definitief door konden gaan.
Met behulp van de magie van de Winterheks verspreidden ze zo snel als het kon het bericht over de komst van de Kerstman samen met de Winterheks. Ze hoorden wat gemopper hier en daar bij de volwassenen, maar alle kinderen waren alleen maar nieuwsgierig, alhoewel sommigen ook wat bang waren, want, ondanks wat er in het bericht stond, hadden ze toch geleerd dat een heks een slecht iemand was?
Kerst dit jaar
De dag waarop het gaat gebeuren is aangebroken. De Winterheks heeft haar roze jurk meegenomen naar de Kerstman en mw. Clausje, en zal hem daar aan doen. Mw. Clausje zal haar lange haren mooi in de krul zetten.
De Winterheks ziet Pimpelpaars van nervositeit en trilt als een rietje en mompelt alleen maar “Ik kan het niet, ik kan het niet, ik kan het niet.”
“Doe de jurk nu maar aan Winterheks, dan zal je je veel beter voelen.”
“Ja maar, stel dat het toch niet werkt, dat het alleen op Kerstavond werkt?”
“Daar kom je alleen achter door het te proberen.” Mw. Clausje houdt haar de jurk voor, de Winterheks pakt hem aan en trekt hem over haar hoofd.
Met het glijden van de jurk langs haar lichaam naar beneden, voelt ze een prikkeling door haar lichaam gaan, een kracht, een vertrouwen. Daar staat ze, rechtop, open blik, een glimlach die verandert in een lach waarbij de lucht begint te tintelen.
“Kom het wordt tijd om te gaan Winterheks.”
De slee staat al klaar, de rendieren trappelen van ongeduld. Snel geeft de Winterheks mw. Clausje een dikke knuffel en stapt in de slee.
Ze kijkt haar ogen uit en geniet van het zweven door de lucht. De Kerstman kijkt met een tevreden blik opzij, blij dat hij naar zijn gevoel én natuurlijk naar mw. Clausje heeft geluisterd.
Bij een grote loods zetten ze de slee aan de grond en lopen samen naar het dorpsplein van het pittoreske dorpje. De Kerstman pakt even de hand van de Winterheks en geeft er een geruststellend kneepje in. Dat is echter niet nodig. De Winterheks voelt zich alleen maar blijer worden met het idee wat gaat gebeuren.
De hoek om en daar is het plein. Ze ziet zoveel volwassenen en kinderen, zingend en wachtend op de Kerstman én op haar. Even staat ze stil. De Kerstman kijkt om, pakt haar hand, verwachtend dat ze niet durft. Ze staat echter even stil, omdat ze dit beeld en dit gevoel heel bewust in zich op wil nemen. Ze glimlacht en loopt dan verder.
Een klein jongetje dat zich net omdraait ziet hen aankomen. “Daar zijn ze, de Kerstman en de Winterheks” roep hij.
Iedereen draait zich om en begint te juichen. Ze gaan opzij om de Kerstman en de Winterheks door te laten. In het midden op het plein staan dit keer niet één maar twee prachtige stoelen, zo mooi als Koningstronen. De Winterheks moet lachen en huilen tegelijk. Al die mensen, al die kinderen, komen ook voor haar. Al die blije gezichten zijn er ook voor haar, zij is degene die mede deze vrolijke kerstsfeer teweeg brengt.
Lang kan ze hier echter niet bij stil staan, want ze moet aan het ‘werk’.
Alle kinderen die in de rij staan mogen nu ook aan haar hun wensen vertellen. Haar droom is uitgekomen.
Met een glimlach kijkt ze nog even naar de Kerstman, hij knikt even en knipoogt. Zij lacht en de lucht tintelt.
Kijk voor meer informatie over Cozon Creatief en wat ik nog meer te bieden heb bij de pagina's Over CoZon Creatief, Coaching, Workshops, Eigen werk, Blogs.