De schrijfopdracht was dit keer naar aanleiding van een prent van Peter van Straaten. Omdat je niet zomaar alles mag gebruiken voor eigen websites heb ik het verzoek gedaan bij de ervan van Peter van Straaten of ik de prent op mijn site mocht zetten. Dit zou eventueel kunnen na overleg met de erven Van Straaten, maar dan voor zo'n hoog bedrag dat dat voor mij teveel werd. Om de prent toch te kunnen zien klik op prent. Het betreft de bovenste tekening, die van het blote echtpaar voor het raam.
Schrijfopdracht: Laat de prent van de onvolprezen Peter van Straaten op je inwerken en mijmer eens over de volgende vragen =>
Ik heb mij (weer) niet helemaal aan de opdracht gehouden, maar ik kon niet anders dan schrijven wat ik geschreven heb. Ik moest denken aan mijn vader en moeder, zoveel liefde als zij tot het einde voor elkaar hadden. En aan een oom van mij die jaren lang bijna iedere dag trouw naar zijn Dientje ging die in een verzorgingshuis woonde. De tranen in zijn ogen als hij over zijn Dientje sprak, de liefde, zo mooi en ontroerend. Ik zie deze liefde ook af en toe bij mij op de afdeling, als iemand bij ons ligt, vaak met een vorm van dementie en hoe dan de partner zo liefdevol voor hem/haar zorgt. Met mijn verhaal heb ik geprobeerd die liefde te beschrijven. |
Hiernaast vind je de ingesproken versie van 'Hoe het begon...' => |
|
Hoe het begon....
Rinus hoort gestommel in de slaapkamer. Vanavond was Marietje weer erg afwezig. Hij heeft nog geprobeerd haar aandacht te trekken door de krant voor te lezen, maar halverwege het 1e artikel was ze zonder iets te zeggen opgestaan en naar boven gegaan. Hij blijft nog even zitten, moed verzamelen voor wat hij weet dat komen gaat.Hij voelt zich zo machteloos en tegelijkertijd ook zoveel liefde. Ooit heeft een acteur in een film gezegd over zijn vrouw die was gestorven, dat wat hij het meeste miste, de dingen waren waaraan hij zich altijd zo geërgerd had, want die waren zo typisch haar. Hij had het toen al een mooie uitspraak gevonden, maar had toen niet geweten hoe waar dat ook voor hem zou worden.
Marietje is er nog wel, maar langzaamaan lijkt ze van hem weg te glijden. Maar dan zijn er ook ineens weer momenten waarop er niets aan de hand lijkt te zijn en dan kan ze weer schaterend lachen om grapjes die hij maakt of om onhandige dingen die zij zelf doet, waaraan hij zich altijd ergerde, maar waar zij zo laconiek op kon reageren.
Met een zucht staat hij op uit zijn stoel, zet de verwarming een paar graden hoger, en loopt de trap op naar boven. De zwaartekracht lijkt het hem steeds moeilijker te maken om de trap op te gaan.
In de slaapkamer ziet hij Marietje al staan. Voor het raam. Al haar kleren liggen kriskras op de grond, alsof ze niet wist hoe snel ze ze uit moest krijgen, en waarschijnlijk is dat ook zo.
“Waar bleef je nou? Ik wacht al heel lang!”
“Ik moest nog even wat dingetjes doen.”
Langzaam trekt hij ook zijn kleren uit. Hij geneert zich nog steeds als hij denkt aan wat ze gaan doen, maar hij doet het uit liefde voor haar.
Als al zijn kleren uit zijn loopt hij naar haar toe, bij het raam, en slaat zijn arm om haar heen. Zo blijven ze staan. Bloot voor het raam. “Voel je de vrijheid, Rinus? Zie je daar die koeien, ook zo vrij en de vogels en kijk daar twee hazen huppelend in de wei. En die boten, waar zullen ze heen gaan?”
Rinus ziet het en denkt zijn Marietje te begrijpen. Marietje was altijd een vrouw die vrijheid nodig had, en nu, nu de normen en waarden op momenten als deze vervagen, neemt ze die vrijheid wel heel letterlijk, maar oh wat houdt hij van haar, juist ook – ondanks de gene – op dit moment.
Hij geeft haar een kus op haar voorhoofd en denkt terug aan hoe het begon…. 70 jaar geleden.
Hij weet het nog precies. Haar rode haren en felblauwe ogen, haar slanke lijf en schaterende lach. Op het eerste gezicht was hij verliefd op haar geworden toen ze daar op de kermis bij die blikkengooikraam stond.
Hij had haar nog nooit gezien. Ze leek alleen te zijn. Zijn hart had geklopt als een razende. Hij kon natuurlijk ook blikken gaan gooien, maar als hij van de zenuwen alle ballen misgooide zou hij een behoorlijke flater slaan. Dat risico wilde hij niet lopen. Hij moest iets anders bedenken.
Op dat moment keek ze om, recht naar hem. Hij zag dat ze bloosde, wat haar zo mogelijk nog mooier maakte. Hij kon niet anders dan naar haar toelopen terwijl hij naar haar bleef kijken en zij naar hem.
“Ik ben Rinus.”
“Ik ben Marietje, ga je ook blikgooien?”
De man van de kraam drukte al 5 ballen in zijn handen. Terwijl hij de ogen van Marietje op zich gericht voelde gooide hij. En hij gooide raak, allemaal! En vanaf dat moment heeft Marietje altijd die invloed op hem gehad. Zolang zij bij hem was kon hij alles. Ze kregen de grootste knuffel mee en terwijl ze wegliepen pakte Marietje zijn hand. Deze voelde klein, warm en zacht in zijn grote knuist. Zo liepen ze naar het reuzenrad. Bovenin gaf hij haar de eerste kus.
“Dit is voor altijd” zei hij.
“Dat weet ik” zei zij.
Marietje is er nog wel, maar langzaamaan lijkt ze van hem weg te glijden. Maar dan zijn er ook ineens weer momenten waarop er niets aan de hand lijkt te zijn en dan kan ze weer schaterend lachen om grapjes die hij maakt of om onhandige dingen die zij zelf doet, waaraan hij zich altijd ergerde, maar waar zij zo laconiek op kon reageren.
Met een zucht staat hij op uit zijn stoel, zet de verwarming een paar graden hoger, en loopt de trap op naar boven. De zwaartekracht lijkt het hem steeds moeilijker te maken om de trap op te gaan.
In de slaapkamer ziet hij Marietje al staan. Voor het raam. Al haar kleren liggen kriskras op de grond, alsof ze niet wist hoe snel ze ze uit moest krijgen, en waarschijnlijk is dat ook zo.
“Waar bleef je nou? Ik wacht al heel lang!”
“Ik moest nog even wat dingetjes doen.”
Langzaam trekt hij ook zijn kleren uit. Hij geneert zich nog steeds als hij denkt aan wat ze gaan doen, maar hij doet het uit liefde voor haar.
Als al zijn kleren uit zijn loopt hij naar haar toe, bij het raam, en slaat zijn arm om haar heen. Zo blijven ze staan. Bloot voor het raam. “Voel je de vrijheid, Rinus? Zie je daar die koeien, ook zo vrij en de vogels en kijk daar twee hazen huppelend in de wei. En die boten, waar zullen ze heen gaan?”
Rinus ziet het en denkt zijn Marietje te begrijpen. Marietje was altijd een vrouw die vrijheid nodig had, en nu, nu de normen en waarden op momenten als deze vervagen, neemt ze die vrijheid wel heel letterlijk, maar oh wat houdt hij van haar, juist ook – ondanks de gene – op dit moment.
Hij geeft haar een kus op haar voorhoofd en denkt terug aan hoe het begon…. 70 jaar geleden.
Hij weet het nog precies. Haar rode haren en felblauwe ogen, haar slanke lijf en schaterende lach. Op het eerste gezicht was hij verliefd op haar geworden toen ze daar op de kermis bij die blikkengooikraam stond.
Hij had haar nog nooit gezien. Ze leek alleen te zijn. Zijn hart had geklopt als een razende. Hij kon natuurlijk ook blikken gaan gooien, maar als hij van de zenuwen alle ballen misgooide zou hij een behoorlijke flater slaan. Dat risico wilde hij niet lopen. Hij moest iets anders bedenken.
Op dat moment keek ze om, recht naar hem. Hij zag dat ze bloosde, wat haar zo mogelijk nog mooier maakte. Hij kon niet anders dan naar haar toelopen terwijl hij naar haar bleef kijken en zij naar hem.
“Ik ben Rinus.”
“Ik ben Marietje, ga je ook blikgooien?”
De man van de kraam drukte al 5 ballen in zijn handen. Terwijl hij de ogen van Marietje op zich gericht voelde gooide hij. En hij gooide raak, allemaal! En vanaf dat moment heeft Marietje altijd die invloed op hem gehad. Zolang zij bij hem was kon hij alles. Ze kregen de grootste knuffel mee en terwijl ze wegliepen pakte Marietje zijn hand. Deze voelde klein, warm en zacht in zijn grote knuist. Zo liepen ze naar het reuzenrad. Bovenin gaf hij haar de eerste kus.
“Dit is voor altijd” zei hij.
“Dat weet ik” zei zij.
Kijk voor meer informatie over Cozon Creatief en wat ik nog meer te bieden heb bij de pagina's Over CoZon Creatief, Coaching, Workshops, Eigen werk, Blogs.