De opdracht: Schrijf een verhaal met de volgende ingrediënten:
- onderwerp: een onverwacht bezoek
- titel: koningin in het nauw
- eerste zin: ach, alcohol lost geen problemen op, maar dat doen melk en water ook niet
- slotzin: en zó erg was ze nu ook weer niet aan het onding gehecht geweest
- onderwerp: een onverwacht bezoek
- titel: koningin in het nauw
- eerste zin: ach, alcohol lost geen problemen op, maar dat doen melk en water ook niet
- slotzin: en zó erg was ze nu ook weer niet aan het onding gehecht geweest
Koningin in het nauw
Hier vind je de ingesproken versie van Koningin in het nauw =>
|
|
“Ach, alcohol lost geen problemen op, maar dat doen melk en water ook niet.”
“Zo kan je het ook bekijken.” Iris zit in haar favoriete luie stoel, al lang aan vervanging toe, maar hij zit zo lekker dus ze laat hem voorlopig nog even staan. Zoals altijd moet ze lachen om haar tante Els, die onverwachts is langs gekomen.
Ze weet niet waar haar tante het vandaan haalt, maar de meest onverwachte, soms cryptische uitspraken komen uit haar mond.
“Wat komt u eigenlijk doen, tante Els. U komt nooit zo onverwachts en meestal met een reden.”
“Ik zal maar met de deur in huis vallen. Wat zag je er slecht uit toen ik je laatst op tv zag met die toespraak voor het volk. Je ogen stonden dof, je glimlach was onecht. Niets voor jou. Ik vond dat ik poolshoogte moest nemen. Wat is er aan de hand?”
Iris deinst terug in haar stoel. Tante Els staat er niet om bekend dat ze om de hete brei heen draait, maar nu is ze wel heel erg recht voor zijn raap.
“Ik er niet goed uitzien? Valt toch wel mee?”
“Nee, dat valt niet mee. Je ziet er grauw en moe uit, je schouders hangen, je straalt niets van de energie uit die ik van je gewend ben.”
Iris wil nog tegensputteren, maar bedenkt dat dit geen zin meer heeft. Haar tante heeft het goed gezien.
Met haar scherpe ogen kijkt tante Els naar Iris en Iris voelt de tranen komen en kijkt beschaamd naar beneden.
“Ik ben het zo zat tante Els, ik voel mij zo in het nauw gedreven, het iedere dag geleefd worden, doen wat anderen van mij willen en verwachten. Geen moment voor mijzelf. De dingen die ik het liefst doe niet kunnen doen, omdat dat niet hoort in mijn functie. En het dan ook nog allemaal alleen moeten doen. Alles in mij wil stoppen, vandaag nog en wegvluchten naar een plek waar niemand mij kent, zonder allerlei verplichtingen.”
Zo dat was er uit. Ze durft haar tante niet aan te kijken, bang voor haar reactie, verwachtend dat haar tante het allemaal onzin vindt, zegt dat ze zich niet aan moet stellen, knop om, schouders eronder en doorgaan.
Het blijft stil, dus kijkt Iris toch maar op en ziet haar tante met een rustige blik in haar ogen naar haar kijken.
“Dat werd tijd” zegt tante Els.
“Tijd?” vraagt Iris.
“Ja, tijd! Ik zag dit al heel lang aankomen en wachtte op het moment dat je het eindelijk zou durven zeggen. En wat nu, wat ga je er aan doen? Wat zou je het liefste willen doen?”
Iris moet nog bijkomen van de onverwachte reactie van haar tante. Haar gedachten draaien rond als een was in de centrifuge met steeds weer andere gedachten op de voorgrond.
“Ik weet niet wat ik wil. Ik kan niets. Ik zit hier vast door mijn koninginneschap. Ik kan nergens heen!”
“Onzin. Je weet heel goed wat je nu het allerliefst zou willen”.
“Wonen in de bushbush, in een tropisch regenwoud ofzo. Dat is wat ik wil. Geen techniek, verplichtingen, alleen leven. Echt leven. Niet geleefd worden. Alleen zorg voor elkaar, kinderen, eten, wonen. Dat is wat ik wil!!”
“Dan gaan we dat op korte termijn regelen!”
“Hoe dan? Ik kan toch niet zo maar weg? Wie moet dan alles doen wat ik doe?”
“Dat ga ik doen!”
“U?”
“Ja, ik! Het heeft mij altijd een grote uitdaging geleken die ik graag aan wil gaan. De bekende twee vliegen in één klap. Jij jóuw kans. Ik míjn kans.”
Twee maanden later is het zover. Het koffertje van Iris staat klaar. Ze heeft alles wat haar tante moet weten overgedragen. Het vliegtuig staat klaar om haar te brengen naar Zuid Amerika, waar ze verder gebracht zal worden naar de plek waar ze de komende periode zal verblijven. Ze neemt niets van waarde mee, alleen haar tiara. Toch een kleine herinnering aan haar huidige leven, ze denkt dat dat toch wel fijn is. Hij ligt op het tafeltje naast haar koffertje.
Iris maakt haar laatste rondje door het kasteel. Neemt alles nog een keer goed in zich op, pakt haar koffertje en loopt naar de auto die haar naar het vliegveld zal brengen.
Tante Els geeft haar nog een laatste knuffel. “Veel plezier, goede reis en tot...”
“U ook veel plezier tante Els en tot....”
De vlucht gaat voorspoedig. In Zuid Amerika op het vliegveld is het druk en hectisch. Bij de uitgang van de gate wacht Juan, de chauffeur die ook haar gids zal zijn. Hij zal haar naar de plek in de bushbush brengen bij het ‘Amarangavolk’.
Inmiddels zijn de zenuwen en spanning binnen in Iris tot een maximum gestegen. Waar ben ik aan begonnen? Als fantasie was het leuk, maar hoe zal de werkelijkheid zijn. Hoe zullen de Amaranga’s het vinden dat ik bij hen ga verblijven? Het liefst wil ze rechtsomkeert maken, maar ze kan niet meer terug. Haar tante heeft haar functie als Koningin overgenomen. Ze moet doorzetten. Ook, omdat ze anders spijt zal krijgen.
Door haar gepieker is ze bijna de chauffeur kwijt geraakt. Snel rent ze achter hem aan.
Na een paar uur rijden komen ze bij het oerwoud. Na alle spanning voelt Iris ineens een onverwachtse en onbekende rust over zich heen dalen. De sfeer en atmosfeer van het woud geeft haar een gevoel van herkenning. De verschillende bomen, planten, geluiden van dieren... Het lijkt of ze het kent. Dat gevoel wordt steeds sterker naarmate het einddoel nadert.
Het laatste stuk moeten ze lopen, omdat het woud ondoordringbaarder wordt. De route loopt langs de oever van een rivier. Naast rust en herkenning voelt het ook heel onwerkelijk dat ze hier nu eindelijk is. Al die kleuren van de natuur, groen, buin, maar ook fel geel, rood en rose, niet alleen van de bomen en planten, maar ook vogels en insecten en vlinders. Ze hoort in de verte de geluiden van apen en andere grotere dieren.
Alles is zoals zij het verwacht had, alsof ze deze omgeving altijd al kende.
Ineenst stopt Juan en voor zich ziet Iris een open plek met kleine hutjes. Hutjes gemaakt van takken en leem. Alle spanning valt van haar af. De rust wordt nog sterker. Uit de hutjes komen mannen, vrouwen en kinderen. Een oudere man loopt op haar af, pakt haar handen, kijkt haar in de ogen en glimlacht. Iris kijkt terug en wordt overvallen door een gevoel van thuiskomen. Hier hoort ze. Haar droom, haar verlangen blijkt niet zomaar een bevlieging te zijn. Hier is waar ze hoort en wil zijn.
Eén van de vrouwen neemt haar bij de hand en leidt haar naar één van de hutjes. Ze moedigt Iris aan naar binnen te gaan. Binnen in het hutje ligt alleen een mat gemaakt van riet en bladeren met daarop als versiering een paar felrose bloemen. Precies waar Iris naar verlangt heeft. Alleen het hoogst noodzakelijke.
De vrouw geeft met handgebaren aan dat Iris haar koffertje in de hut kan laten en daarna naar de rivier moet komen waar alle andere Amaranga’s zich verzameld hebben.
Iris legt haar koffertje op de grond, doet de rits open, pakt er haar eenvoudige, zwarte bikini en sarong uit en kleedt zich om. Ze zoekt in haar koffertje naar de tiara, maar kan deze niet vinden. Toch vergeten?!
Terwijl ze naar de rivier loopt, de schone lucht inademt, haar ogen uitkijkt naar de omgeving en de zachte warmte op haar huid voelt, denkt ze aan de tiara. Hoe erg is het dat ze deze vergeten is? Zó erg was ze nu ook weer niet aan dat onding gehecht.
“Zo kan je het ook bekijken.” Iris zit in haar favoriete luie stoel, al lang aan vervanging toe, maar hij zit zo lekker dus ze laat hem voorlopig nog even staan. Zoals altijd moet ze lachen om haar tante Els, die onverwachts is langs gekomen.
Ze weet niet waar haar tante het vandaan haalt, maar de meest onverwachte, soms cryptische uitspraken komen uit haar mond.
“Wat komt u eigenlijk doen, tante Els. U komt nooit zo onverwachts en meestal met een reden.”
“Ik zal maar met de deur in huis vallen. Wat zag je er slecht uit toen ik je laatst op tv zag met die toespraak voor het volk. Je ogen stonden dof, je glimlach was onecht. Niets voor jou. Ik vond dat ik poolshoogte moest nemen. Wat is er aan de hand?”
Iris deinst terug in haar stoel. Tante Els staat er niet om bekend dat ze om de hete brei heen draait, maar nu is ze wel heel erg recht voor zijn raap.
“Ik er niet goed uitzien? Valt toch wel mee?”
“Nee, dat valt niet mee. Je ziet er grauw en moe uit, je schouders hangen, je straalt niets van de energie uit die ik van je gewend ben.”
Iris wil nog tegensputteren, maar bedenkt dat dit geen zin meer heeft. Haar tante heeft het goed gezien.
Met haar scherpe ogen kijkt tante Els naar Iris en Iris voelt de tranen komen en kijkt beschaamd naar beneden.
“Ik ben het zo zat tante Els, ik voel mij zo in het nauw gedreven, het iedere dag geleefd worden, doen wat anderen van mij willen en verwachten. Geen moment voor mijzelf. De dingen die ik het liefst doe niet kunnen doen, omdat dat niet hoort in mijn functie. En het dan ook nog allemaal alleen moeten doen. Alles in mij wil stoppen, vandaag nog en wegvluchten naar een plek waar niemand mij kent, zonder allerlei verplichtingen.”
Zo dat was er uit. Ze durft haar tante niet aan te kijken, bang voor haar reactie, verwachtend dat haar tante het allemaal onzin vindt, zegt dat ze zich niet aan moet stellen, knop om, schouders eronder en doorgaan.
Het blijft stil, dus kijkt Iris toch maar op en ziet haar tante met een rustige blik in haar ogen naar haar kijken.
“Dat werd tijd” zegt tante Els.
“Tijd?” vraagt Iris.
“Ja, tijd! Ik zag dit al heel lang aankomen en wachtte op het moment dat je het eindelijk zou durven zeggen. En wat nu, wat ga je er aan doen? Wat zou je het liefste willen doen?”
Iris moet nog bijkomen van de onverwachte reactie van haar tante. Haar gedachten draaien rond als een was in de centrifuge met steeds weer andere gedachten op de voorgrond.
“Ik weet niet wat ik wil. Ik kan niets. Ik zit hier vast door mijn koninginneschap. Ik kan nergens heen!”
“Onzin. Je weet heel goed wat je nu het allerliefst zou willen”.
“Wonen in de bushbush, in een tropisch regenwoud ofzo. Dat is wat ik wil. Geen techniek, verplichtingen, alleen leven. Echt leven. Niet geleefd worden. Alleen zorg voor elkaar, kinderen, eten, wonen. Dat is wat ik wil!!”
“Dan gaan we dat op korte termijn regelen!”
“Hoe dan? Ik kan toch niet zo maar weg? Wie moet dan alles doen wat ik doe?”
“Dat ga ik doen!”
“U?”
“Ja, ik! Het heeft mij altijd een grote uitdaging geleken die ik graag aan wil gaan. De bekende twee vliegen in één klap. Jij jóuw kans. Ik míjn kans.”
Twee maanden later is het zover. Het koffertje van Iris staat klaar. Ze heeft alles wat haar tante moet weten overgedragen. Het vliegtuig staat klaar om haar te brengen naar Zuid Amerika, waar ze verder gebracht zal worden naar de plek waar ze de komende periode zal verblijven. Ze neemt niets van waarde mee, alleen haar tiara. Toch een kleine herinnering aan haar huidige leven, ze denkt dat dat toch wel fijn is. Hij ligt op het tafeltje naast haar koffertje.
Iris maakt haar laatste rondje door het kasteel. Neemt alles nog een keer goed in zich op, pakt haar koffertje en loopt naar de auto die haar naar het vliegveld zal brengen.
Tante Els geeft haar nog een laatste knuffel. “Veel plezier, goede reis en tot...”
“U ook veel plezier tante Els en tot....”
De vlucht gaat voorspoedig. In Zuid Amerika op het vliegveld is het druk en hectisch. Bij de uitgang van de gate wacht Juan, de chauffeur die ook haar gids zal zijn. Hij zal haar naar de plek in de bushbush brengen bij het ‘Amarangavolk’.
Inmiddels zijn de zenuwen en spanning binnen in Iris tot een maximum gestegen. Waar ben ik aan begonnen? Als fantasie was het leuk, maar hoe zal de werkelijkheid zijn. Hoe zullen de Amaranga’s het vinden dat ik bij hen ga verblijven? Het liefst wil ze rechtsomkeert maken, maar ze kan niet meer terug. Haar tante heeft haar functie als Koningin overgenomen. Ze moet doorzetten. Ook, omdat ze anders spijt zal krijgen.
Door haar gepieker is ze bijna de chauffeur kwijt geraakt. Snel rent ze achter hem aan.
Na een paar uur rijden komen ze bij het oerwoud. Na alle spanning voelt Iris ineens een onverwachtse en onbekende rust over zich heen dalen. De sfeer en atmosfeer van het woud geeft haar een gevoel van herkenning. De verschillende bomen, planten, geluiden van dieren... Het lijkt of ze het kent. Dat gevoel wordt steeds sterker naarmate het einddoel nadert.
Het laatste stuk moeten ze lopen, omdat het woud ondoordringbaarder wordt. De route loopt langs de oever van een rivier. Naast rust en herkenning voelt het ook heel onwerkelijk dat ze hier nu eindelijk is. Al die kleuren van de natuur, groen, buin, maar ook fel geel, rood en rose, niet alleen van de bomen en planten, maar ook vogels en insecten en vlinders. Ze hoort in de verte de geluiden van apen en andere grotere dieren.
Alles is zoals zij het verwacht had, alsof ze deze omgeving altijd al kende.
Ineenst stopt Juan en voor zich ziet Iris een open plek met kleine hutjes. Hutjes gemaakt van takken en leem. Alle spanning valt van haar af. De rust wordt nog sterker. Uit de hutjes komen mannen, vrouwen en kinderen. Een oudere man loopt op haar af, pakt haar handen, kijkt haar in de ogen en glimlacht. Iris kijkt terug en wordt overvallen door een gevoel van thuiskomen. Hier hoort ze. Haar droom, haar verlangen blijkt niet zomaar een bevlieging te zijn. Hier is waar ze hoort en wil zijn.
Eén van de vrouwen neemt haar bij de hand en leidt haar naar één van de hutjes. Ze moedigt Iris aan naar binnen te gaan. Binnen in het hutje ligt alleen een mat gemaakt van riet en bladeren met daarop als versiering een paar felrose bloemen. Precies waar Iris naar verlangt heeft. Alleen het hoogst noodzakelijke.
De vrouw geeft met handgebaren aan dat Iris haar koffertje in de hut kan laten en daarna naar de rivier moet komen waar alle andere Amaranga’s zich verzameld hebben.
Iris legt haar koffertje op de grond, doet de rits open, pakt er haar eenvoudige, zwarte bikini en sarong uit en kleedt zich om. Ze zoekt in haar koffertje naar de tiara, maar kan deze niet vinden. Toch vergeten?!
Terwijl ze naar de rivier loopt, de schone lucht inademt, haar ogen uitkijkt naar de omgeving en de zachte warmte op haar huid voelt, denkt ze aan de tiara. Hoe erg is het dat ze deze vergeten is? Zó erg was ze nu ook weer niet aan dat onding gehecht.
Kijk voor meer informatie over Cozon Creatief en wat ik nog meer te bieden heb bij de pagina's Over CoZon Creatief, Coaching, Workshops, Eigen werk, Blogs.