Onmogelijke keuze
Driestuiverromantiek
Hier vind je de ingesproken versie van Onmogelijke keuze. =>
|
|
“Ga weg! Ga weg!” Thérèse blijft de woorden maar herhalen. Haar gezicht is lijkbleek. Haar gerimpelde hand ligt op haar hart, bang dat die het gaat begeven.
Peter staat met zijn rug tegen de muur van de gang geleund te bekomen van de schrik. Hij was door de verzorgende Ingrid gevraagd om bij haar oma, mevrouw van Dam te gaan kijken, omdat ze al een paar dagen lichte koorts heeft. Op het moment dat hij de deur van de kamer open had gedaan en mevrouw van Dam opkeek en hèm zag, was ze eerst verstijfd en daarna gaan schreeuwen dat hij weg moest gaan. Peter wist niet hoe snel hij de deur weer dicht had moeten trekken. Hij hoorde haar nog steeds de woorden mompelen.
Peter is nu een maand werkzaam in zorginstelling Zonnestraal en kent inmiddels bijna alle bewoners, maar mevrouw van Dam had hij nog niet gezien. Zij blijft het liefst op haar kamer en doet niet mee met de activiteiten die georganiseerd worden. Hij werkt met veel plezier in Zonnestraal. De bewoners zijn over het algemeen opgeruimd van aard en ook het personeel heeft plezier in hun werk, met elkaar en met de bewoners. Verzorgende Ingrid springt er wel bovenuit met haar stralende lach, die haar blauwe ogen doen oplichten en haar lange blonde haren die ze in een staart draagt, maar waarvan altijd wat ondeugende plukjes langs haar gezicht spelen.
Hij zucht nog een keer diep en pakt dan zijn mobiel om Ingrid te bellen. De telefoon gaat over en direct neemt ze op. Zodra hij haar stem hoort voelt hij een vibratie door zijn lijf gaan. “Hoi Peter, met Ingrid. Ben je bij mijn oma geweest? Hoe gaat het met haar? Iets ontdekt? Sorry, ik ratel maar door, maar ik ben ook zo bezorgd.” Peter laat even een stilte vallen en reageert dan. “Hoi Ingrid. Ik weet niet wat er aan de hand is, maar ik denk dat het goed is als je zo snel mogelijk bij je oma gaat kijken, want ze reageerde heel vreemd toen ik de kamer in kwam.” Hij legt uit wat er is gebeurd en hoort Ingrid al snel zijn kant uitlopen.
Ingrid ziet Peter staan bij de deur van haar oma’s kamer. Ze voelt zich weer rood worden als ze dichterbij komt. Zijn ogen die geaccentueerd worden door zijn donkere wenkbrauwen, laten haar bijna wankelen op haar benen. Ze weet dat hij sterk genoeg is om haar op te vangen met die mooie, slanke, maar stevige handen en krachtige armen. Ze roept zichzelf tot de orde, loopt hem voorbij en opent de deur van de kamer en ziet haar oma nog steeds mompelend en lijkbleek in haar stoel zitten met haar hand op haar hart.
Ingrid knielt voor haar oma neer en pakt haar handen beet. “Wat is er gebeurd oma?”
Peter is achter Ingrid aangelopen en als Thérèse opkijkt en hem ziet begint ze weer te schreeuwen “Ga weg! Ga weg!” Peter snelt de kamer uit en blijft op de gang wachten. Hij hoort hoe Ingrid haar oma geruststelt en hoort haar vragen wat er aan de hand is. Thérèse is zo van streek dat ze geen woord uit kan brengen. “Ik ga heel even wat water voor u pakken oma, ik ben zo terug.”
Voordat Ingrid naar het keukentje loopt gaat ze eerst naar Peter. “Ik weet niet wat er aan de hand is, maar ik denk niet dat ze dat nu zal kunnen vertellen. Ik blijf bij haar tot ze weer rustig is. Wil jij tegen de leiding zeggen dat ik hier ben. Het is beter als jij nu weggaat. Ik bel je als ik je nodig heb.”
Peter knikt instemmend, draait zich om en loopt in gedachten verzonken weg. Hij wordt warm van binnen als hij denkt aan hoe liefdevol Ingrid met haar oma omging. Haar zachte, kleine handen die haar oma geruststellend streelden. Hij weet dat het, zeker op dit moment, ongepast is, maar wat zou hij graag die handen op zijn lijf voelen. Haar ranke lichaam tegen zijn lichaam.
Ingrid kijkt hem nog even na, naar zijn stevige schouders, zijn smalle heupen met die strakke billen.
Dan loopt ze naar het keukentje om afleiding te zoeken en er weer voor haar oma te zijn. Ze laat haar oma voorzichtig een slokje water drinken, maar voelt de handen van haar oma nog trillen. “Wat is er toch gebeurd oma? Het lijkt wel of u een geest heeft gezien.” Haar oma reageert niet, ze staart alleen voor zich uit.
Ingrid besluit de tv aan te zetten, wie weet geeft dat voldoende afleiding. Ze blijft tot haar oma in bed ligt en haar ogen dichtgevallen zijn. Morgen zal ze kijken of ze er achter kan komen waarom haar oma zo geschrokken is van Peter.
//////\\\\\\
Nog vermoeid na een slapeloze nacht loopt Peter het gebouw van Zonnestraal binnen. Hij heeft de hele nacht gepiekerd over wat de reden van de reactie van mevrouw van Dam kan zijn toen ze hem zag. Dat zij nu ook net de oma van Ingrid moet zijn, maakt het nog gecompliceerder. Hij loopt al dagen met het idee rond om haar uit te vragen, maar na het incident van gisteren twijfelt hij sterk of dit het goede moment zal zijn. Hoe erg hij ook naar haar verlangt, hij zal zich nu allereerst moeten richten op de gezondheid van mevrouw van Dam.
De eerste die hij die ochtend tegenkomt is Ingrid. Ook zij ziet er vermoeid uit, alhoewel dat niets afdoet aan haar schoonheid. Ze lijkt er eerder, door haar kwetsbaarheid, mooier door te zijn. Ze is zo in gedachten verzonken dat ze hem niet ziet staan en botst tegen hem op. Beiden voelen ze iets overspringen, wat nog het meest lijkt op een bliksemschicht. Wat verward en van haar stuk gebracht, kijkt Ingrid op en smelt weg in die prachtige ogen van Peter. Ze voelt zijn ferme handen om haar armen, die haar behoeden voor een val. Een gevoel van veiligheid overvalt haar. Peter denkt aan zijn fantasie van die nacht en voelt dat de werkelijkheid nog beter is dan zijn fantasie. Zijn handen om haar heen. Haar kunnen beschermen tegen wat er dan ook op haar pad komt, dat is wat hij wil. Ze kijken elkaar een paar seconden intens aan. Dan verbreekt Peter de betovering en vraagt “weet je al wat meer over je oma, waarom ze gisteren zo geschrokken is van mij?”
Ingrid schudt ontkennend haar hoofd. “Nee, ik ga zo bij haar kijken en hoop dat ze het dan uit kan leggen. Zodra ik meer weet breng ik je op de hoogte.”
“Oke. Ik wacht het dan nog even af.”
Ingrid loopt weg richting de kamer van haar oma en voelt dat de lucht kouder is geworden nu ze de warmte van Peters lijf mist.
Haar oma is wakker, maar ziet er niet uitgeslapen uit. Normaal begroet ze Ingrid altijd opgetogen, blij dat ze haar kleindochter weer ziet. Vandaag zwijgt ze echter. Ingrid gaat op de rand van het bed zitten van haar oma en pakt haar handen.
“Goedemorgen oma. Hoe gaat het met u?”
“Niet zo goed, meisje. Ik heb heel slecht geslapen. Ging van de ene nachtmerrie naar de andere.”
“Komt dat door wat er gisteren gebeurd is?”
“Ja, dat kan je wel zeggen.”
“Kunt u mij uitleggen wat er gebeurd is?”
“Dat is een lang verhaal. Daar heb je vast geen tijd voor om naar te luisteren.”
“Ik heb zoveel tijd als nodig is” zegt Ingrid “Ik heb het al besproken met mijn leidinggevende. Het belangrijkste is dat u zich goed voelt.”
Haar oma begint te vertellen:
“Toen ik een jonge vrouw was ontmoette ik een knappe, donkerharige man, Charles van Straaten. Voor mij was hij de liefde van mijn leven. Alles klopte aan hem. Zijn uiterlijk, zijn gedrag, zijn innerlijk, alles! Dacht ik. Hij wist precies hoe hij mij moest bespelen. Hoe hij mij zover moest krijgen om alles te doen wat hij wilde. Hij kwam steeds met verhalen waarom hij geld nodig had en zonder dat ik er erg in had heb ik hem bijna al mijn geld gegeven. Het leek wel of hij mij betoverd had, want mijn verstand liet mij volledig in de steek. Het enige waar ik voor leefde was hem gelukkig maken. Naarmate de tijd verstreek werd hij steeds minder vriendelijk. Hij vernederde mij, zei dat ik dom was enzo. En ik liet hem begaan. Ik geloofde dat ik dom was. Dat het door mij kwam dat hij steeds harder werd in zijn taalgebruik en gedrag. Tot de dag dat ik hem betrapte in ons bed met mijn beste vriendin. Dát gaf nog niet de doorslag, maar wel zijn lachen. Hij lachte mij uit. Noemde mij een domme koe dat ik geloofde dat ik de enige was voor hem. Ineens vielen de schellen van mijn ogen en zag ik hem zoals hij werkelijk was. Ik ben weggerend, alles achterlatend en heb hem daarna nooit meer gezien.
Een half jaar later ontmoette ik je opa die op dat moment een dochtertje had van 6 maanden. Haar moeder was weggegaan, dus je opa was alleen met zijn kleine babydochter, jouw moeder. Je opa werd verliefd op mij. Voor mij was het geen hartstochtelijke liefde, maar ik voelde wel veel genegenheid voor je opa en ik voelde vooral dat ik hem wel kon vertrouwen. Al mijn liefde is in eerste instantie naar jouw moeder gegaan. Wat was ik dol op haar en toen zij veel te jong stierf was ik blij dat ik er voor jou kon zijn.
De pijn en het verdriet wat ik heb gehad om die andere man is echter nooit helemaal weggegaan.”
“Wat heeft dat te maken met Peter?” vraagt Ingrid. Op het moment dat ze dat zegt beseft ze wat de reden vermoedelijk zal zijn.
Haar oma bevestigt haar vermoeden. “Ik dacht gisteren dat ik een geest zag. Peter lijkt als twee druppels water op Charles van Straaten. Je moet echt uit zijn buurt blijven hoor. De appel valt niet ver van de boom. Ik zie hoe je kijkt als je zijn naam uitspreekt, maar hij is niet te vertrouwen. Ik zou er niet mee kunnen leven als je net zoveel pijn en verdriet zou krijgen als ik heb moeten verdragen.”
Thérèse is steeds sneller en feller gaan praten.
Ingrid legt haar hand op haar oma’s arm. “Rustig maar oma. Dit is niet goed voor u. Ik zal voorzichtig zijn, maar Peter is vast anders dan Charles. Ik heb gezien hoe hij omgaat met de andere bewoners en met zijn collega’s. Dat kan niet allemaal gespeeld zijn.”
“Jawel, dat kan heel goed. Charles was ook één en al charme. Je moet me beloven dat je niet verliefd op hem wordt en dat je hem uit de weg gaat.”
Ingrid herhaalt nogmaals dat ze voorzichtig zal zijn, maar realiseert zich dat het al te laat is. Ze is al verliefd op Peter en dat zal niet zomaar over gaan. Ze weet echter niet wat Peter voor haar voelt. Soms denkt ze dat hij op een speciale manier naar haar kijkt, of haar net wat langer aanraakt, vasthoudt, maar dat kan natuurlijk ook verbeelding zijn.
Ze blijft nog even bij haar oma zitten en probeert haar af te leiden door te praten over programma’s die ze beiden gezien hebben op de tv. Daarna is het tijd om aan de slag te gaan, te kijken of er nog andere bewoners of collega’s hulp nodig hebben.
Zodra ze de deur van de kamer van haar oma achter zich dichttrekt voelt ze pas hoe ze trilt. Binnen moest ze het verbergen voor haar oma, maar nu niet meer. Wat moet ze met de informatie van haar oma. Wat als Peter ook van haar blijkt te houden? Kan ze het haar oma aandoen om een relatie met hem te beginnen, wetende hoeveel zorgen haar oma zich zal maken om haar? Moet ze Peter de waarheid vertellen? Beschaamt ze dan niet het vertrouwen van haar oma? Al piekerend loopt ze naar de eetzaal waar de meeste bewoners klaar zitten voor de koffie of thee.
In de eetzaal loopt Peter rond en helpt de bewoners die dat nodig hebben. Ingrid kijkt naar hem. Ze heeft dit nog nooit gezien. Een arts die zich zo praktisch bekommerd om de bewoners. Alle andere artsen die ze heeft gekend zaten in hun kamer en hadden alleen contact als de bewoners ziek waren of andere medische hulp nodig hadden. Peter niet. Hij voelt zich heel betrokken bij de bewoners en ook bij het andere personeel. Hij is niet te beroerd om hen een handje te helpen. Zou hij dit allemaal spelen?
Als Peter opkijkt en haar ziet loopt hij naar haar toe en kijkt haar vragend aan. Op dat moment besluit Ingrid hem de waarheid te vertellen. Ze moet wel, wat moet ze anders zeggen.
Samen lopen ze naar de spreekkamer, onder het lopen raken af en toe hun handen elkaar. Ingrid voelt de warme kracht die hij uitstraalt. Peter voelt onder haar zachte kwetsbaarheid ook háár kracht.
Terwijl Peter de deur sluit begint Ingrid te vertellen. Naarmate het verhaal vordert ziet ze Peter steeds begripvoller kijken en tegelijkertijd ook wat gegeneerd. Zonder dat ze er beide echt erg in hebben gehad, heeft Peter automatisch zijn hand op die van Ingrid gelegd.
“Nu begrijp ik waarom je oma zo schrok van mij.” Peter voelt de hand van Ingrid onder zijn hand en verwacht eigenlijk dat ze hem weg zal trekken, maar Ingrid laat hem liggen. Wat voelt het voor beiden vertrouwd!
“Ik kan mij voorstellen dat je oma niet wil dat je met mij omgaat na deze ervaring. Vaak valt de appel niet ver van de boom. Ik kan alleen maar zeggen dat ik echt niet zo ben, maar het is aan jou om te beslissen of je mij gelooft.”
“Ik geloof je, Peter. Ik voel met heel mijn hart dat jij niet zo bent, maar ik weet ook dat mijn oma dat niet gelooft. Zij is de belangrijkste persoon in mijn leven, nu mijn vader en moeder beiden zijn overleden en ik geen verdere familie heb. Ik kan het haar niet aandoen om voortdurend in zorgen te leven over hoe het met mij zal gaan.”
“Ik zal je besluit moeten respecteren, maar weet dat je altijd bij mij terecht kan. Ik weet niet of dit het goede moment is, maar ik houd van je. Vanaf het eerste moment dat ik je zag en ik zal van je blijven houden” zegt Peter met een van verdriet, frustratie en machteloosheid doordrenkte stem.
Ze staan op en Peter neemt haar in zijn armen. Ingrid leunt heel even tegen hem aan, maakt zich dan los van hem en loopt de kamer uit. Ze weet niet hoe ze de komende tijd door moet komen, maar het zal moeten. Haar eerste prioriteit is haar oma.
//////\\\\\\
Maanden volgen. Ingrid en Peter proberen elkaar zoveel mogelijk te ontlopen, maar dat gaat zeer moeizaam. Peter laat zich minder zien bij de bewoners, wetende dat Ingrid daar ook zal zijn en Ingrid laat het aan haar collega’s over zijn hulp in te roepen als een bewoner dat nodig heeft.
Het heeft echter geen zin. De pijn van het gemis en het verlangen wordt alleen maar groter.
Dat is Thérèse ook al opgevallen. Haar kleindochter is een schim van wie ze was. Van buiten lijkt er niets aan de hand te zijn, maar zij kent haar kleindochter veel te goed. Onder haar glimlach schijnt het verdriet door. Ze hebben er na die ene keer nooit meer over gehad. Thérèse begint steeds meer te twijfelen of ze er goed aan heeft gedaan om van Ingrid te verlangen haar hart niet te volgen. Ze hoort in de wandelgangen alleen maar goede dingen van die dokter Peter, alhoewel hij wel minder contact zoekt met de bewoners dan hij eerst deed.
Thérèse neemt een beslissing. Vandaag is Ingrid vrij. De kans dat Peter vanmiddag wel bij de activiteiten van de bewoners aanwezig zal zijn is groot. Ze besluit daar vandaag aan mee te doen en zelf eens te kijken hoe hij is. Ze heeft hem geen eerlijke kans gegeven. Het wordt tijd dat ze dat nu wel gaat doen.
’s Middags loopt ze naar de zaal waar de Bingo zal zijn. Verbaasde gezichten van de andere bewoners volgen haar als ze naar de tafel loopt waar de man aan zit die haar altijd vriendelijk gedag zegt als ze elkaar tegen komen. Hij staat op en trekt galant de stoel naar achteren en schuift hem aan zodra Thérèse zit. Hij stelt zich voor als Ben van Wijk en begint gelijk een praatje met haar. Thérèse voelt zich steeds meer ontspannen. Eigenlijk is het best fijn om onder de mensen te komen, zeker als ze zo aardig zijn als deze man.
“Goedemiddag allemaal” hoort Thérèse. Ze kijkt om en ziet Peter staan. Peter trekt wit weg als hij Thérèse ziet en wil al weglopen, bang dat ze weer in paniek zal raken. Dan ziet hij dat ze rustig blijft kijken naar hem, haalt diep adem en vertelt verder wat ze die middag gaan doen.
Thérèse geniet. Had ze dat maar eerder geweten, maar het is nooit te laat om zich alsnog te laten betrekken bij de andere bewoners. Er wordt veel gelachen, vooral als iemand ‘Bingo’ heeft geroepen terwijl dit niet terecht is.
Ze ziet hoe Peter omgaat met de andere bewoners. Ze merkt dat hij bij haar uit de buurt blijft, waarschijnlijk uit respect voor haar, want ze ziet hem wel regelmatig vriendelijk en wat afwachtend haar kant uitkijken. Dan heeft ze Bingo en moet ze wel naar voren lopen om haar prijs op te halen. Zoals bij alle andere bewoners feliciteert Peter haar eerst hartelijk en overhandigt haar dan de prijs. Ze ziet hem nu van dichtbij en het valt haar op dat hij alleen van veraf op Charles lijkt. Van dichtbij ziet ze aan zijn ogen en glimlach dat deze echt zijn. Ze loopt helemaal gerustgesteld terug naar haar plek en geniet nog meer van de rest van de middag.
//////\\\\\\
Terug op haar kamer laat Thérèse haar gedachten gaan. Er is een last van haar schouder gevallen. De pijnlijke herinneringen stopt ze in een gesloten kist ergens achterin haar geheugen.
De volgende dag belt ze Ingrid op en vraagt haar naar haar kamer te komen. Daarna belt ze de verpleging en vraagt aan de verzorgende of ze met spoed dokter Peter van Straaten wil sturen, omdat ze zich echt niet goed voelt. Een leugentje om bestwil, maar dat moet maar even.
Tegelijkertijd komen Peter en Ingrid aan bij de kamer van Thérèse. Ze kijken elkaar verbaasd aan en voelen beiden weer de aantrekkingskracht die er nog steeds tussen hen is. “Weet jij wat er aan de hand is?” vraagt Peter. “Je oma heeft aan de verzorgende gevraagd of ze mij met spoed wilde roepen, want het ging niet goed met haar.”
Ingrid schrikt, opent de deur. Peter loopt achter haar aan en dan zien ze dat Thérèse gewoon in haar vertrouwde stoel zit alsof er niets aan de hand is.
“Wat heeft dit te betekenen oma?” vraagt Ingrid. “U heeft ons heel erg laten schrikken.”
“Dat weet ik, liefje, maar het was echt even nodig. Het heeft nu lang genoeg geduurd. Ik wil jullie mijn excuses aanbieden dat ik zo vooringenomen ben geweest en dat er daardoor zoveel tijd is verspild. Peter houd jij van mijn kleindochter?”
Peter knikt terwijl hij liefdevol naar Ingrid kijkt.
“Ingrid houd jij van Peter?”
“Ja, oma, dat doe ik, maar ik kan het u niet aandoen om....”
“Stil maar, ik weet genoeg. Ik ben degene die altijd zegt dat iemand een tweede kans verdient, maar in dit geval heb ik jullie niet eens een eerste kans gegund. Zoals ik al zei, ik schaam mij voor mijn gedrag. Vandaag begint een nieuwe dag en voor jullie een nieuwe fase. Nou waar wachten jullie nog op...? Peter?!”
Peter doet een stap naar voren, neemt Ingrid in zijn armen en kust haar hartstochtelijk. Alles om hen heen verdwijnt. Alleen zij zijn hier bij elkaar.
Ze vergeten zelfs voor even oma, die met een goedkeurend knikje haar breiwerk oppakt en verder breit.
/////\\\\\\
Oh ja... oma is vanaf die dag regelmatig te vinden bij de activiteiten van de Zonnestraal en maakt dagelijks een ommetje met Ben van Wijk. Ja, ook op hun leeftijd is er nog heel veel liefde te geven.
Peter staat met zijn rug tegen de muur van de gang geleund te bekomen van de schrik. Hij was door de verzorgende Ingrid gevraagd om bij haar oma, mevrouw van Dam te gaan kijken, omdat ze al een paar dagen lichte koorts heeft. Op het moment dat hij de deur van de kamer open had gedaan en mevrouw van Dam opkeek en hèm zag, was ze eerst verstijfd en daarna gaan schreeuwen dat hij weg moest gaan. Peter wist niet hoe snel hij de deur weer dicht had moeten trekken. Hij hoorde haar nog steeds de woorden mompelen.
Peter is nu een maand werkzaam in zorginstelling Zonnestraal en kent inmiddels bijna alle bewoners, maar mevrouw van Dam had hij nog niet gezien. Zij blijft het liefst op haar kamer en doet niet mee met de activiteiten die georganiseerd worden. Hij werkt met veel plezier in Zonnestraal. De bewoners zijn over het algemeen opgeruimd van aard en ook het personeel heeft plezier in hun werk, met elkaar en met de bewoners. Verzorgende Ingrid springt er wel bovenuit met haar stralende lach, die haar blauwe ogen doen oplichten en haar lange blonde haren die ze in een staart draagt, maar waarvan altijd wat ondeugende plukjes langs haar gezicht spelen.
Hij zucht nog een keer diep en pakt dan zijn mobiel om Ingrid te bellen. De telefoon gaat over en direct neemt ze op. Zodra hij haar stem hoort voelt hij een vibratie door zijn lijf gaan. “Hoi Peter, met Ingrid. Ben je bij mijn oma geweest? Hoe gaat het met haar? Iets ontdekt? Sorry, ik ratel maar door, maar ik ben ook zo bezorgd.” Peter laat even een stilte vallen en reageert dan. “Hoi Ingrid. Ik weet niet wat er aan de hand is, maar ik denk dat het goed is als je zo snel mogelijk bij je oma gaat kijken, want ze reageerde heel vreemd toen ik de kamer in kwam.” Hij legt uit wat er is gebeurd en hoort Ingrid al snel zijn kant uitlopen.
Ingrid ziet Peter staan bij de deur van haar oma’s kamer. Ze voelt zich weer rood worden als ze dichterbij komt. Zijn ogen die geaccentueerd worden door zijn donkere wenkbrauwen, laten haar bijna wankelen op haar benen. Ze weet dat hij sterk genoeg is om haar op te vangen met die mooie, slanke, maar stevige handen en krachtige armen. Ze roept zichzelf tot de orde, loopt hem voorbij en opent de deur van de kamer en ziet haar oma nog steeds mompelend en lijkbleek in haar stoel zitten met haar hand op haar hart.
Ingrid knielt voor haar oma neer en pakt haar handen beet. “Wat is er gebeurd oma?”
Peter is achter Ingrid aangelopen en als Thérèse opkijkt en hem ziet begint ze weer te schreeuwen “Ga weg! Ga weg!” Peter snelt de kamer uit en blijft op de gang wachten. Hij hoort hoe Ingrid haar oma geruststelt en hoort haar vragen wat er aan de hand is. Thérèse is zo van streek dat ze geen woord uit kan brengen. “Ik ga heel even wat water voor u pakken oma, ik ben zo terug.”
Voordat Ingrid naar het keukentje loopt gaat ze eerst naar Peter. “Ik weet niet wat er aan de hand is, maar ik denk niet dat ze dat nu zal kunnen vertellen. Ik blijf bij haar tot ze weer rustig is. Wil jij tegen de leiding zeggen dat ik hier ben. Het is beter als jij nu weggaat. Ik bel je als ik je nodig heb.”
Peter knikt instemmend, draait zich om en loopt in gedachten verzonken weg. Hij wordt warm van binnen als hij denkt aan hoe liefdevol Ingrid met haar oma omging. Haar zachte, kleine handen die haar oma geruststellend streelden. Hij weet dat het, zeker op dit moment, ongepast is, maar wat zou hij graag die handen op zijn lijf voelen. Haar ranke lichaam tegen zijn lichaam.
Ingrid kijkt hem nog even na, naar zijn stevige schouders, zijn smalle heupen met die strakke billen.
Dan loopt ze naar het keukentje om afleiding te zoeken en er weer voor haar oma te zijn. Ze laat haar oma voorzichtig een slokje water drinken, maar voelt de handen van haar oma nog trillen. “Wat is er toch gebeurd oma? Het lijkt wel of u een geest heeft gezien.” Haar oma reageert niet, ze staart alleen voor zich uit.
Ingrid besluit de tv aan te zetten, wie weet geeft dat voldoende afleiding. Ze blijft tot haar oma in bed ligt en haar ogen dichtgevallen zijn. Morgen zal ze kijken of ze er achter kan komen waarom haar oma zo geschrokken is van Peter.
//////\\\\\\
Nog vermoeid na een slapeloze nacht loopt Peter het gebouw van Zonnestraal binnen. Hij heeft de hele nacht gepiekerd over wat de reden van de reactie van mevrouw van Dam kan zijn toen ze hem zag. Dat zij nu ook net de oma van Ingrid moet zijn, maakt het nog gecompliceerder. Hij loopt al dagen met het idee rond om haar uit te vragen, maar na het incident van gisteren twijfelt hij sterk of dit het goede moment zal zijn. Hoe erg hij ook naar haar verlangt, hij zal zich nu allereerst moeten richten op de gezondheid van mevrouw van Dam.
De eerste die hij die ochtend tegenkomt is Ingrid. Ook zij ziet er vermoeid uit, alhoewel dat niets afdoet aan haar schoonheid. Ze lijkt er eerder, door haar kwetsbaarheid, mooier door te zijn. Ze is zo in gedachten verzonken dat ze hem niet ziet staan en botst tegen hem op. Beiden voelen ze iets overspringen, wat nog het meest lijkt op een bliksemschicht. Wat verward en van haar stuk gebracht, kijkt Ingrid op en smelt weg in die prachtige ogen van Peter. Ze voelt zijn ferme handen om haar armen, die haar behoeden voor een val. Een gevoel van veiligheid overvalt haar. Peter denkt aan zijn fantasie van die nacht en voelt dat de werkelijkheid nog beter is dan zijn fantasie. Zijn handen om haar heen. Haar kunnen beschermen tegen wat er dan ook op haar pad komt, dat is wat hij wil. Ze kijken elkaar een paar seconden intens aan. Dan verbreekt Peter de betovering en vraagt “weet je al wat meer over je oma, waarom ze gisteren zo geschrokken is van mij?”
Ingrid schudt ontkennend haar hoofd. “Nee, ik ga zo bij haar kijken en hoop dat ze het dan uit kan leggen. Zodra ik meer weet breng ik je op de hoogte.”
“Oke. Ik wacht het dan nog even af.”
Ingrid loopt weg richting de kamer van haar oma en voelt dat de lucht kouder is geworden nu ze de warmte van Peters lijf mist.
Haar oma is wakker, maar ziet er niet uitgeslapen uit. Normaal begroet ze Ingrid altijd opgetogen, blij dat ze haar kleindochter weer ziet. Vandaag zwijgt ze echter. Ingrid gaat op de rand van het bed zitten van haar oma en pakt haar handen.
“Goedemorgen oma. Hoe gaat het met u?”
“Niet zo goed, meisje. Ik heb heel slecht geslapen. Ging van de ene nachtmerrie naar de andere.”
“Komt dat door wat er gisteren gebeurd is?”
“Ja, dat kan je wel zeggen.”
“Kunt u mij uitleggen wat er gebeurd is?”
“Dat is een lang verhaal. Daar heb je vast geen tijd voor om naar te luisteren.”
“Ik heb zoveel tijd als nodig is” zegt Ingrid “Ik heb het al besproken met mijn leidinggevende. Het belangrijkste is dat u zich goed voelt.”
Haar oma begint te vertellen:
“Toen ik een jonge vrouw was ontmoette ik een knappe, donkerharige man, Charles van Straaten. Voor mij was hij de liefde van mijn leven. Alles klopte aan hem. Zijn uiterlijk, zijn gedrag, zijn innerlijk, alles! Dacht ik. Hij wist precies hoe hij mij moest bespelen. Hoe hij mij zover moest krijgen om alles te doen wat hij wilde. Hij kwam steeds met verhalen waarom hij geld nodig had en zonder dat ik er erg in had heb ik hem bijna al mijn geld gegeven. Het leek wel of hij mij betoverd had, want mijn verstand liet mij volledig in de steek. Het enige waar ik voor leefde was hem gelukkig maken. Naarmate de tijd verstreek werd hij steeds minder vriendelijk. Hij vernederde mij, zei dat ik dom was enzo. En ik liet hem begaan. Ik geloofde dat ik dom was. Dat het door mij kwam dat hij steeds harder werd in zijn taalgebruik en gedrag. Tot de dag dat ik hem betrapte in ons bed met mijn beste vriendin. Dát gaf nog niet de doorslag, maar wel zijn lachen. Hij lachte mij uit. Noemde mij een domme koe dat ik geloofde dat ik de enige was voor hem. Ineens vielen de schellen van mijn ogen en zag ik hem zoals hij werkelijk was. Ik ben weggerend, alles achterlatend en heb hem daarna nooit meer gezien.
Een half jaar later ontmoette ik je opa die op dat moment een dochtertje had van 6 maanden. Haar moeder was weggegaan, dus je opa was alleen met zijn kleine babydochter, jouw moeder. Je opa werd verliefd op mij. Voor mij was het geen hartstochtelijke liefde, maar ik voelde wel veel genegenheid voor je opa en ik voelde vooral dat ik hem wel kon vertrouwen. Al mijn liefde is in eerste instantie naar jouw moeder gegaan. Wat was ik dol op haar en toen zij veel te jong stierf was ik blij dat ik er voor jou kon zijn.
De pijn en het verdriet wat ik heb gehad om die andere man is echter nooit helemaal weggegaan.”
“Wat heeft dat te maken met Peter?” vraagt Ingrid. Op het moment dat ze dat zegt beseft ze wat de reden vermoedelijk zal zijn.
Haar oma bevestigt haar vermoeden. “Ik dacht gisteren dat ik een geest zag. Peter lijkt als twee druppels water op Charles van Straaten. Je moet echt uit zijn buurt blijven hoor. De appel valt niet ver van de boom. Ik zie hoe je kijkt als je zijn naam uitspreekt, maar hij is niet te vertrouwen. Ik zou er niet mee kunnen leven als je net zoveel pijn en verdriet zou krijgen als ik heb moeten verdragen.”
Thérèse is steeds sneller en feller gaan praten.
Ingrid legt haar hand op haar oma’s arm. “Rustig maar oma. Dit is niet goed voor u. Ik zal voorzichtig zijn, maar Peter is vast anders dan Charles. Ik heb gezien hoe hij omgaat met de andere bewoners en met zijn collega’s. Dat kan niet allemaal gespeeld zijn.”
“Jawel, dat kan heel goed. Charles was ook één en al charme. Je moet me beloven dat je niet verliefd op hem wordt en dat je hem uit de weg gaat.”
Ingrid herhaalt nogmaals dat ze voorzichtig zal zijn, maar realiseert zich dat het al te laat is. Ze is al verliefd op Peter en dat zal niet zomaar over gaan. Ze weet echter niet wat Peter voor haar voelt. Soms denkt ze dat hij op een speciale manier naar haar kijkt, of haar net wat langer aanraakt, vasthoudt, maar dat kan natuurlijk ook verbeelding zijn.
Ze blijft nog even bij haar oma zitten en probeert haar af te leiden door te praten over programma’s die ze beiden gezien hebben op de tv. Daarna is het tijd om aan de slag te gaan, te kijken of er nog andere bewoners of collega’s hulp nodig hebben.
Zodra ze de deur van de kamer van haar oma achter zich dichttrekt voelt ze pas hoe ze trilt. Binnen moest ze het verbergen voor haar oma, maar nu niet meer. Wat moet ze met de informatie van haar oma. Wat als Peter ook van haar blijkt te houden? Kan ze het haar oma aandoen om een relatie met hem te beginnen, wetende hoeveel zorgen haar oma zich zal maken om haar? Moet ze Peter de waarheid vertellen? Beschaamt ze dan niet het vertrouwen van haar oma? Al piekerend loopt ze naar de eetzaal waar de meeste bewoners klaar zitten voor de koffie of thee.
In de eetzaal loopt Peter rond en helpt de bewoners die dat nodig hebben. Ingrid kijkt naar hem. Ze heeft dit nog nooit gezien. Een arts die zich zo praktisch bekommerd om de bewoners. Alle andere artsen die ze heeft gekend zaten in hun kamer en hadden alleen contact als de bewoners ziek waren of andere medische hulp nodig hadden. Peter niet. Hij voelt zich heel betrokken bij de bewoners en ook bij het andere personeel. Hij is niet te beroerd om hen een handje te helpen. Zou hij dit allemaal spelen?
Als Peter opkijkt en haar ziet loopt hij naar haar toe en kijkt haar vragend aan. Op dat moment besluit Ingrid hem de waarheid te vertellen. Ze moet wel, wat moet ze anders zeggen.
Samen lopen ze naar de spreekkamer, onder het lopen raken af en toe hun handen elkaar. Ingrid voelt de warme kracht die hij uitstraalt. Peter voelt onder haar zachte kwetsbaarheid ook háár kracht.
Terwijl Peter de deur sluit begint Ingrid te vertellen. Naarmate het verhaal vordert ziet ze Peter steeds begripvoller kijken en tegelijkertijd ook wat gegeneerd. Zonder dat ze er beide echt erg in hebben gehad, heeft Peter automatisch zijn hand op die van Ingrid gelegd.
“Nu begrijp ik waarom je oma zo schrok van mij.” Peter voelt de hand van Ingrid onder zijn hand en verwacht eigenlijk dat ze hem weg zal trekken, maar Ingrid laat hem liggen. Wat voelt het voor beiden vertrouwd!
“Ik kan mij voorstellen dat je oma niet wil dat je met mij omgaat na deze ervaring. Vaak valt de appel niet ver van de boom. Ik kan alleen maar zeggen dat ik echt niet zo ben, maar het is aan jou om te beslissen of je mij gelooft.”
“Ik geloof je, Peter. Ik voel met heel mijn hart dat jij niet zo bent, maar ik weet ook dat mijn oma dat niet gelooft. Zij is de belangrijkste persoon in mijn leven, nu mijn vader en moeder beiden zijn overleden en ik geen verdere familie heb. Ik kan het haar niet aandoen om voortdurend in zorgen te leven over hoe het met mij zal gaan.”
“Ik zal je besluit moeten respecteren, maar weet dat je altijd bij mij terecht kan. Ik weet niet of dit het goede moment is, maar ik houd van je. Vanaf het eerste moment dat ik je zag en ik zal van je blijven houden” zegt Peter met een van verdriet, frustratie en machteloosheid doordrenkte stem.
Ze staan op en Peter neemt haar in zijn armen. Ingrid leunt heel even tegen hem aan, maakt zich dan los van hem en loopt de kamer uit. Ze weet niet hoe ze de komende tijd door moet komen, maar het zal moeten. Haar eerste prioriteit is haar oma.
//////\\\\\\
Maanden volgen. Ingrid en Peter proberen elkaar zoveel mogelijk te ontlopen, maar dat gaat zeer moeizaam. Peter laat zich minder zien bij de bewoners, wetende dat Ingrid daar ook zal zijn en Ingrid laat het aan haar collega’s over zijn hulp in te roepen als een bewoner dat nodig heeft.
Het heeft echter geen zin. De pijn van het gemis en het verlangen wordt alleen maar groter.
Dat is Thérèse ook al opgevallen. Haar kleindochter is een schim van wie ze was. Van buiten lijkt er niets aan de hand te zijn, maar zij kent haar kleindochter veel te goed. Onder haar glimlach schijnt het verdriet door. Ze hebben er na die ene keer nooit meer over gehad. Thérèse begint steeds meer te twijfelen of ze er goed aan heeft gedaan om van Ingrid te verlangen haar hart niet te volgen. Ze hoort in de wandelgangen alleen maar goede dingen van die dokter Peter, alhoewel hij wel minder contact zoekt met de bewoners dan hij eerst deed.
Thérèse neemt een beslissing. Vandaag is Ingrid vrij. De kans dat Peter vanmiddag wel bij de activiteiten van de bewoners aanwezig zal zijn is groot. Ze besluit daar vandaag aan mee te doen en zelf eens te kijken hoe hij is. Ze heeft hem geen eerlijke kans gegeven. Het wordt tijd dat ze dat nu wel gaat doen.
’s Middags loopt ze naar de zaal waar de Bingo zal zijn. Verbaasde gezichten van de andere bewoners volgen haar als ze naar de tafel loopt waar de man aan zit die haar altijd vriendelijk gedag zegt als ze elkaar tegen komen. Hij staat op en trekt galant de stoel naar achteren en schuift hem aan zodra Thérèse zit. Hij stelt zich voor als Ben van Wijk en begint gelijk een praatje met haar. Thérèse voelt zich steeds meer ontspannen. Eigenlijk is het best fijn om onder de mensen te komen, zeker als ze zo aardig zijn als deze man.
“Goedemiddag allemaal” hoort Thérèse. Ze kijkt om en ziet Peter staan. Peter trekt wit weg als hij Thérèse ziet en wil al weglopen, bang dat ze weer in paniek zal raken. Dan ziet hij dat ze rustig blijft kijken naar hem, haalt diep adem en vertelt verder wat ze die middag gaan doen.
Thérèse geniet. Had ze dat maar eerder geweten, maar het is nooit te laat om zich alsnog te laten betrekken bij de andere bewoners. Er wordt veel gelachen, vooral als iemand ‘Bingo’ heeft geroepen terwijl dit niet terecht is.
Ze ziet hoe Peter omgaat met de andere bewoners. Ze merkt dat hij bij haar uit de buurt blijft, waarschijnlijk uit respect voor haar, want ze ziet hem wel regelmatig vriendelijk en wat afwachtend haar kant uitkijken. Dan heeft ze Bingo en moet ze wel naar voren lopen om haar prijs op te halen. Zoals bij alle andere bewoners feliciteert Peter haar eerst hartelijk en overhandigt haar dan de prijs. Ze ziet hem nu van dichtbij en het valt haar op dat hij alleen van veraf op Charles lijkt. Van dichtbij ziet ze aan zijn ogen en glimlach dat deze echt zijn. Ze loopt helemaal gerustgesteld terug naar haar plek en geniet nog meer van de rest van de middag.
//////\\\\\\
Terug op haar kamer laat Thérèse haar gedachten gaan. Er is een last van haar schouder gevallen. De pijnlijke herinneringen stopt ze in een gesloten kist ergens achterin haar geheugen.
De volgende dag belt ze Ingrid op en vraagt haar naar haar kamer te komen. Daarna belt ze de verpleging en vraagt aan de verzorgende of ze met spoed dokter Peter van Straaten wil sturen, omdat ze zich echt niet goed voelt. Een leugentje om bestwil, maar dat moet maar even.
Tegelijkertijd komen Peter en Ingrid aan bij de kamer van Thérèse. Ze kijken elkaar verbaasd aan en voelen beiden weer de aantrekkingskracht die er nog steeds tussen hen is. “Weet jij wat er aan de hand is?” vraagt Peter. “Je oma heeft aan de verzorgende gevraagd of ze mij met spoed wilde roepen, want het ging niet goed met haar.”
Ingrid schrikt, opent de deur. Peter loopt achter haar aan en dan zien ze dat Thérèse gewoon in haar vertrouwde stoel zit alsof er niets aan de hand is.
“Wat heeft dit te betekenen oma?” vraagt Ingrid. “U heeft ons heel erg laten schrikken.”
“Dat weet ik, liefje, maar het was echt even nodig. Het heeft nu lang genoeg geduurd. Ik wil jullie mijn excuses aanbieden dat ik zo vooringenomen ben geweest en dat er daardoor zoveel tijd is verspild. Peter houd jij van mijn kleindochter?”
Peter knikt terwijl hij liefdevol naar Ingrid kijkt.
“Ingrid houd jij van Peter?”
“Ja, oma, dat doe ik, maar ik kan het u niet aandoen om....”
“Stil maar, ik weet genoeg. Ik ben degene die altijd zegt dat iemand een tweede kans verdient, maar in dit geval heb ik jullie niet eens een eerste kans gegund. Zoals ik al zei, ik schaam mij voor mijn gedrag. Vandaag begint een nieuwe dag en voor jullie een nieuwe fase. Nou waar wachten jullie nog op...? Peter?!”
Peter doet een stap naar voren, neemt Ingrid in zijn armen en kust haar hartstochtelijk. Alles om hen heen verdwijnt. Alleen zij zijn hier bij elkaar.
Ze vergeten zelfs voor even oma, die met een goedkeurend knikje haar breiwerk oppakt en verder breit.
/////\\\\\\
Oh ja... oma is vanaf die dag regelmatig te vinden bij de activiteiten van de Zonnestraal en maakt dagelijks een ommetje met Ben van Wijk. Ja, ook op hun leeftijd is er nog heel veel liefde te geven.
Kijk voor meer informatie over Cozon Creatief en wat ik nog meer te bieden heb bij de pagina's Over CoZon Creatief, Coaching, Workshops, Eigen werk, Blogs.