Beschrijving opdracht: Ook voor inbrekers valt deze tijd met Corona niet mee. Iedereen was thuis. Hoe heeft ‘Gerrit’ dit ervaren? Hoe kwam hij rond? En hoe is het om eindelijk weer aan de slag te kunnen? Kan dat trouwens zonder beperkingen?
Toen ik deze opdracht kreeg bedacht ik dat ik nu toch echt een ander verhaal wilde schrijven, iets over een gemene inbreker of zo. Wat minder lief dan mijn andere verhalen, het liefst een thriller. Lees het verhaal hierna en ervaar of mij dit gelukt is, of dat het toch niet in mij zit 😉. Inbreker op padLang leve mondkapjes |
Hiernaast vind je de ingesproken versie van 'Inbreker op pad' =>
|
|
“Mondkapjes. Wat een onzin. Dat helpt toch voor geen meter. Het is alleen maar onhandig en lastig. Behalve als je niet herkent wil worden dan….”
“Maar dat is het!!”
Gerrit heeft eindelijk het laatste probleem opgelost dat hij nog had.
De vrouw van Gerrit, Petra, heeft heel veel mondkapjes gemaakt. Hij had het onzin gevonden, plus ze waren ook nog veel te groot uitgevallen, dus eigenlijk niet te dragen, maar dat komt nu juist goed uit.
Gerrit heeft een nogal vreemde en spannende ‘hobby’, namelijk inbreken.
Inbreken bij arrogante rijke directeuren. Deze hobby is een jaar geleden ontstaan, toen hij werd ontslagen bij zijn werkgever, de Wisman-Bank.
Hij werkte daar direct onder directeur Wisman. Maakte zulke lange dagen dat zijn vrouw, die echt geen zeur was, toch wel begon te klagen. Hij was blij dat ze geen kinderen hadden.
Op een dag riep de directeur hem bij zich op zijn kantoor. Janssen van de boekhouding was er ook. Hij zou een fout gemaakt hebben. Zo groot, dat het de bank miljoenen kostte. Gerrit wist direct waar het over ging en wist zeker dat niet hij, maar de directeur de fout had gemaakt. Hij had hem nog gewaarschuwd, maar de directeur sloeg alle waarschuwingen in de wind. Nu was dus toch gebeurd wat Gerrit al aan had zien komen, maar de directeur was blijkbaar geenszins van plan toe te geven dat hij de foute beslissing had genomen.
Gerrit hoorde aan wat Wisman en Janssen zeiden, maar eigenlijk drong niets tot hem door. Hij wist wat ging komen. Na 15 jaar trouwe dienst zou hij gewoon op straat gezet worden. Terwijl hij wegliep, hij had genoeg gehoord, hoorde hij ze nog iets zeggen over een bedrag dat hij mee zou krijgen zodat hij de eerstekomende tijd kon overbruggen.
Lamgeslagen was hij naar het kopieerapparaat gelopen, had een lege doos gepakt, daar al zijn privéspullen in gedaan en zonder iets te zeggen weggelopen. Zijn collega’s beduusd achterlatend.
Nog steeds verdoofd was hij thuis gekomen. Hij had zijn vrouw verteld wat er gebeurd was en zoals hij al verwacht had, had ze precies goed gereageerd. Kopje koffie met appeltaart en de woorden “we komen er samen wel uit!”
De weken daarna kwam de boosheid. Hij had niets meer gehoord van Wisman, alleen een groot bedrag op zijn bankrekening ontvangen. Zwijggeld!
Lekker makkelijk voor Wisman. Hij zou dit bedrag niet missen, dit zou hem geen centje pijn doen.
Naarmate Gerrit bozer werd, werd het verlangen om wraak te nemen steeds sterker. Wraak op al die arrogante, rijke directeuren die denken dat ze onschendbaar zijn en alles kunnen maken.
Zo was zijn ‘hobby’ ontstaan. Hij heeft inmiddels diverse inbraken bij collega-directeuren van Wisman op zijn naam staan. Het gestolen geld heeft hij overgemaakt naar diverse goede doelen.
Deze inbraken waren een oefening voor de laatste, voor die bij Wisman zelf.
Maanden had hij zich voorbereid op de inbraak bij Wisman thuis. Dit zou de lastigste worden, want het huis van Wisman, of zeg maar gerust Kasteel, was uitermate goed beveilig.
Toen kwam Corona en konden zijn plannen niet door gaan, want dag en nacht was er nu iemand in het huis van Wisman. Hij moest dus een nieuw plan bedenken en dat was gelukt. Hij zou niet inbreken in het huis van Wisman, maar het zichzelf nog een tandje moeilijker maken. Hij zou inbreken in de bank van Wisman.
Er was nog één probleem. Hoe kwam hij onopgemerkt de bank in.
Dat probleem was nu dus opgelost. Wisman was zo’n bange haas dat hij eist dat iedereen die in de bank werkte of als klant kwam, een mondkapje draagt.
De mondkapjes van Petra zijn zo groot dat ze bijna je hele gezicht kunnen bedekken.
Vanavond gaat het dan gebeuren. Gerrit voelt de spanning in zijn lijf stijgen. Na vanavond is het klaar, dan heeft hij de ultieme wraak genomen. Hij heeft het zo uitgekiend dat Petra een paar dagen weg is met haar moeder en zus, zodat zij zijn spanning niet op kon merken, want zij kent hem veel te goed, dus had zeker vragen gesteld.
Alle spullen die hij nodigt heeft zitten in zijn aktetas en rugzak, inclusief de twee grootste mondkapjes (één met roze bloemen en één met lila ruitjes, geen gezicht, maar het kan even niet anders).
17.15 uur, tijd om te vertrekken. Gelukkig rijdt het verkeer goed door en om 17.30 uur parkeert hij zijn auto twee straten van de bank vandaan.
Nog een half uur voor de bank sluit. Zo rustig en relaxt als kan onder deze omstandigheden loopt hij naar de bank. Zweet staat nu toch wel op zijn rug en onder zijn oksels, maar hij heeft een donker colbert aan, dus dat is niet te zien.
Voordat hij de bank inloopt kijkt hij nog even om zich heen, niemand weet wat hij van plan is, maar toch….
Hij pakt het roze mondkapje en doet hem voor, ,trekt de bovenkant zo hoog mogelijk tot net onder zijn ogen en de onderkant zo ver mogelijk onder zijn kin. Zijn krullende haren heeft hij speciaal met veel gel glad op zijn hoofd gekamd.
Binnen kijkt hij nog weer even rond. Niets vreemds te zien. Een paar klanten, genoeg om voor voldoende afleiding te zorgen. Anne en Sofie zitten achter de balie.
Hij loopt richting de toiletten en, hoe handig bedacht door de architect, vandaar kan hij heel makkelijk ongezien naar de kluizen lopen.
Klaas, de portier, roept om dat de bank over 15 minuten gaat sluiten.
Alles loopt volgens plan.
De kluizen zijn helemaal achterin het gebouw. Voordat hij bij de kluizen is, moet hij nog een zwaar hek openen. Hij toetst de code in en, zoals verwacht, heeft niemand er aan gedacht om deze na zijn ontslag te veranderen.
Hij is er op een gegeven moment mee gestopt om Wisman er op te wijzen dat dat regelmatig gedaan moest worden. Dat is nu zijn geluk.
Zo zacht mogelijk opent hij het hek, net ver genoeg om er doorheen te kunnen. Hij wil net iets te snel en vergeet daarbij dat zijn rugzak breed is. Deze blijft haken achter het hek. Het geluid van de gesp van de rugzak tegen het ijzeren hek klinkt zo hard dat Gerrit bang is dat het voor in de bank te horen is.
Hij wacht even, hoort en ziet niets, trekt de rugzak los en sluit dan zachtjes het hek.
Er zijn vier kluizen naast elkaar. In de twee linker kluizen wordt het geld bewaard, in de twee rechter kluizen juwelen van rijke dames, o.a. die van de vrouw van Wisman.
Gerrit heeft alleen belangstelling voor het geld.
Voordat hij verder loop luistert hij nog even of er niemand aan komt. Petra zegt altijd dat hij het gehoor van een hond lijkt te hebben, zo scherp is zijn gehoor.
In de verte hoort hij Klaas omroepen dat de bank over 10 minuten gaat sluiten.
Hij moet nu wel opschieten, wil hij voor sluitingstijd klaar zijn en naar buiten kunnen.
Het is stil. Hij wil de eerste kluis openen als hij toch iets hoort. Als hij niet zeker zou weten dat het niet kan, zou hij denken dat hij iemand hoorde ademhalen.
Hij wacht. Stilte. Dan weer een uitademing.
Gerrit kijkt en loopt richting het geluid. Tussen de kluizen zit een hele smalle ruimte, te smal om … of toch niet?
“Nog 5 minuten voor sluitingstijd” hoort hij Klaas omroepen.
Te korte tijd. Hij gaat het niet meer redden. ‘
Als hij zich omdraait om weg te lopen voelt hij dat iemand aan zijn rugzak trekt. Hij draait zich terug.
“Wat doe jij hier?” fluistert hij als hij ziet wie daar staat.
“Datzelfde kan ik aan jou vragen.”
Voor hem staat Jaap. Zijn naaste collega bij Wisman.
Gerrit ziet dat Jaap nog magerder is geworden dan hij altijd al was, vandaar dat hij in de ruimte tussen de kluizen paste.
“Het is sluitingstijd, wil iedereen de bank nu direct verlaten! We sluiten de deuren!”
“Shit” zegt Gerrit, “te laat!”
Beide blijven ze stil op hun plek staan. Dan horen ze Anne en Sofie gedag roepen naar Klaas en even later horen ze hoe Klaas de buitendeur op slot draait en dus ook weg is.
Gerrit slaakt een zucht. “Wat nu?”
“Dat wordt wachten tot morgenochtend” zegt Jaap laconiek, alsof er niets aan de hand is.
Ze gaan zitten en Gerrit vertelt zijn verhaal. Jaap knikt begrijpend als Gerrit vertelt over de reden van zijn ontslag en hoe hij de afgelopen maanden al min of meer wraak heeft genomen en hoe vandaag de ultieme wraak zou zijn.
Jaap vertelt dat hij op een soortgelijke manier is ontslagen. Hij heeft echter de pech dat het door zijn leeftijd veel lastiger is om een nieuwe baan te vinden. Door alle ellende is zijn huwelijk stuk gegaan en is hij het grootste deel van het geld dat hij heeft meegekregen kwijt geraakt aan kosten voor een advocaat en een nieuwe woning. Hij leeft nu van een uitkering. Op zich kan hij zich daar best mee redden, ware het niet dat één van de ergste dingen die een ouder kan overkomen is gebeurd. Zijn 7-jarige dochter, Lisa, is ernstig ziek geworden. Ze kan alleen geholpen worden door een operatie in Amerika. Dit wordt niet vergoedt.
Jaap kon maar één manier bedenken om aan genoeg geld te komen, de bank van Wisman beroven.
“Wat een verhaal” zegt Gerrit.
De mannen blijven even stil, in gedachten verzonken.
“Ik ben blij dat mijn vrouw Petra niet thuis is vannacht” zegt Gerrit.
“Zullen we dan maar eerst doen waar we voor gekomen zijn? Er is genoeg voor ons tweeën.”
“Neem jij alles maar, Jaap. Ik heb het niet nodig. Anders had ik het ook aan goede doelen gegeven en wat is er een beter doel dan de gezondheid van jouw dochter.”
Gerrit toetst de code van de eerste kluis in en, inderdaad, ook deze is niet gewijzigd.
“Wat een mooi gezicht is dat toch, al die rechte stapeltjes met bankbiljetten” zegt Jaap. Gerrit knikt instemmend.
Ze pakken allebei zoveel stapels als in hun rugzakken en aktetas passen en sluiten daarna de kluisdeur weer.
Inmiddels is het 20.00 uur.
“Dat wordt nog een lange zit tot morgenochtend.”
“Gelukkig heb ik koffie meegenomen” en Jaap haalt een thermoskan tevoorschijn.
“Had jij niet altijd kaarten bij je?” Gerrit lacht, ja dat klopt, deze zitten altijd in het voorvak van zijn rugzak.
Even later zitten ze onder het genot van een kopje koffie te kaarten en brengen ze al kaartend en kletsend de nacht door.
De volgende ochtend om 7.30 uur sluiten ze zich op in de toiletten en wachten tot de bank open gaat.
Gerrit heeft het tweede mondkapje (de lila) aan Jaap gegeven.
Als om 8.00 uur de deuren van de bank open gaan, wachten ze nog even voordat ze ieder apart met mondkapje op de toiletten verlaten.
Een stuk relaxter dan de vorige dag lopen ze de bank uit.
Als Gerrit bij zijn auto is stuurt hij een appje naar Jaap.
“Vanavond weer een potje kaarten?”😉
“Maar dat is het!!”
Gerrit heeft eindelijk het laatste probleem opgelost dat hij nog had.
De vrouw van Gerrit, Petra, heeft heel veel mondkapjes gemaakt. Hij had het onzin gevonden, plus ze waren ook nog veel te groot uitgevallen, dus eigenlijk niet te dragen, maar dat komt nu juist goed uit.
Gerrit heeft een nogal vreemde en spannende ‘hobby’, namelijk inbreken.
Inbreken bij arrogante rijke directeuren. Deze hobby is een jaar geleden ontstaan, toen hij werd ontslagen bij zijn werkgever, de Wisman-Bank.
Hij werkte daar direct onder directeur Wisman. Maakte zulke lange dagen dat zijn vrouw, die echt geen zeur was, toch wel begon te klagen. Hij was blij dat ze geen kinderen hadden.
Op een dag riep de directeur hem bij zich op zijn kantoor. Janssen van de boekhouding was er ook. Hij zou een fout gemaakt hebben. Zo groot, dat het de bank miljoenen kostte. Gerrit wist direct waar het over ging en wist zeker dat niet hij, maar de directeur de fout had gemaakt. Hij had hem nog gewaarschuwd, maar de directeur sloeg alle waarschuwingen in de wind. Nu was dus toch gebeurd wat Gerrit al aan had zien komen, maar de directeur was blijkbaar geenszins van plan toe te geven dat hij de foute beslissing had genomen.
Gerrit hoorde aan wat Wisman en Janssen zeiden, maar eigenlijk drong niets tot hem door. Hij wist wat ging komen. Na 15 jaar trouwe dienst zou hij gewoon op straat gezet worden. Terwijl hij wegliep, hij had genoeg gehoord, hoorde hij ze nog iets zeggen over een bedrag dat hij mee zou krijgen zodat hij de eerstekomende tijd kon overbruggen.
Lamgeslagen was hij naar het kopieerapparaat gelopen, had een lege doos gepakt, daar al zijn privéspullen in gedaan en zonder iets te zeggen weggelopen. Zijn collega’s beduusd achterlatend.
Nog steeds verdoofd was hij thuis gekomen. Hij had zijn vrouw verteld wat er gebeurd was en zoals hij al verwacht had, had ze precies goed gereageerd. Kopje koffie met appeltaart en de woorden “we komen er samen wel uit!”
De weken daarna kwam de boosheid. Hij had niets meer gehoord van Wisman, alleen een groot bedrag op zijn bankrekening ontvangen. Zwijggeld!
Lekker makkelijk voor Wisman. Hij zou dit bedrag niet missen, dit zou hem geen centje pijn doen.
Naarmate Gerrit bozer werd, werd het verlangen om wraak te nemen steeds sterker. Wraak op al die arrogante, rijke directeuren die denken dat ze onschendbaar zijn en alles kunnen maken.
Zo was zijn ‘hobby’ ontstaan. Hij heeft inmiddels diverse inbraken bij collega-directeuren van Wisman op zijn naam staan. Het gestolen geld heeft hij overgemaakt naar diverse goede doelen.
Deze inbraken waren een oefening voor de laatste, voor die bij Wisman zelf.
Maanden had hij zich voorbereid op de inbraak bij Wisman thuis. Dit zou de lastigste worden, want het huis van Wisman, of zeg maar gerust Kasteel, was uitermate goed beveilig.
Toen kwam Corona en konden zijn plannen niet door gaan, want dag en nacht was er nu iemand in het huis van Wisman. Hij moest dus een nieuw plan bedenken en dat was gelukt. Hij zou niet inbreken in het huis van Wisman, maar het zichzelf nog een tandje moeilijker maken. Hij zou inbreken in de bank van Wisman.
Er was nog één probleem. Hoe kwam hij onopgemerkt de bank in.
Dat probleem was nu dus opgelost. Wisman was zo’n bange haas dat hij eist dat iedereen die in de bank werkte of als klant kwam, een mondkapje draagt.
De mondkapjes van Petra zijn zo groot dat ze bijna je hele gezicht kunnen bedekken.
Vanavond gaat het dan gebeuren. Gerrit voelt de spanning in zijn lijf stijgen. Na vanavond is het klaar, dan heeft hij de ultieme wraak genomen. Hij heeft het zo uitgekiend dat Petra een paar dagen weg is met haar moeder en zus, zodat zij zijn spanning niet op kon merken, want zij kent hem veel te goed, dus had zeker vragen gesteld.
Alle spullen die hij nodigt heeft zitten in zijn aktetas en rugzak, inclusief de twee grootste mondkapjes (één met roze bloemen en één met lila ruitjes, geen gezicht, maar het kan even niet anders).
17.15 uur, tijd om te vertrekken. Gelukkig rijdt het verkeer goed door en om 17.30 uur parkeert hij zijn auto twee straten van de bank vandaan.
Nog een half uur voor de bank sluit. Zo rustig en relaxt als kan onder deze omstandigheden loopt hij naar de bank. Zweet staat nu toch wel op zijn rug en onder zijn oksels, maar hij heeft een donker colbert aan, dus dat is niet te zien.
Voordat hij de bank inloopt kijkt hij nog even om zich heen, niemand weet wat hij van plan is, maar toch….
Hij pakt het roze mondkapje en doet hem voor, ,trekt de bovenkant zo hoog mogelijk tot net onder zijn ogen en de onderkant zo ver mogelijk onder zijn kin. Zijn krullende haren heeft hij speciaal met veel gel glad op zijn hoofd gekamd.
Binnen kijkt hij nog weer even rond. Niets vreemds te zien. Een paar klanten, genoeg om voor voldoende afleiding te zorgen. Anne en Sofie zitten achter de balie.
Hij loopt richting de toiletten en, hoe handig bedacht door de architect, vandaar kan hij heel makkelijk ongezien naar de kluizen lopen.
Klaas, de portier, roept om dat de bank over 15 minuten gaat sluiten.
Alles loopt volgens plan.
De kluizen zijn helemaal achterin het gebouw. Voordat hij bij de kluizen is, moet hij nog een zwaar hek openen. Hij toetst de code in en, zoals verwacht, heeft niemand er aan gedacht om deze na zijn ontslag te veranderen.
Hij is er op een gegeven moment mee gestopt om Wisman er op te wijzen dat dat regelmatig gedaan moest worden. Dat is nu zijn geluk.
Zo zacht mogelijk opent hij het hek, net ver genoeg om er doorheen te kunnen. Hij wil net iets te snel en vergeet daarbij dat zijn rugzak breed is. Deze blijft haken achter het hek. Het geluid van de gesp van de rugzak tegen het ijzeren hek klinkt zo hard dat Gerrit bang is dat het voor in de bank te horen is.
Hij wacht even, hoort en ziet niets, trekt de rugzak los en sluit dan zachtjes het hek.
Er zijn vier kluizen naast elkaar. In de twee linker kluizen wordt het geld bewaard, in de twee rechter kluizen juwelen van rijke dames, o.a. die van de vrouw van Wisman.
Gerrit heeft alleen belangstelling voor het geld.
Voordat hij verder loop luistert hij nog even of er niemand aan komt. Petra zegt altijd dat hij het gehoor van een hond lijkt te hebben, zo scherp is zijn gehoor.
In de verte hoort hij Klaas omroepen dat de bank over 10 minuten gaat sluiten.
Hij moet nu wel opschieten, wil hij voor sluitingstijd klaar zijn en naar buiten kunnen.
Het is stil. Hij wil de eerste kluis openen als hij toch iets hoort. Als hij niet zeker zou weten dat het niet kan, zou hij denken dat hij iemand hoorde ademhalen.
Hij wacht. Stilte. Dan weer een uitademing.
Gerrit kijkt en loopt richting het geluid. Tussen de kluizen zit een hele smalle ruimte, te smal om … of toch niet?
“Nog 5 minuten voor sluitingstijd” hoort hij Klaas omroepen.
Te korte tijd. Hij gaat het niet meer redden. ‘
Als hij zich omdraait om weg te lopen voelt hij dat iemand aan zijn rugzak trekt. Hij draait zich terug.
“Wat doe jij hier?” fluistert hij als hij ziet wie daar staat.
“Datzelfde kan ik aan jou vragen.”
Voor hem staat Jaap. Zijn naaste collega bij Wisman.
Gerrit ziet dat Jaap nog magerder is geworden dan hij altijd al was, vandaar dat hij in de ruimte tussen de kluizen paste.
“Het is sluitingstijd, wil iedereen de bank nu direct verlaten! We sluiten de deuren!”
“Shit” zegt Gerrit, “te laat!”
Beide blijven ze stil op hun plek staan. Dan horen ze Anne en Sofie gedag roepen naar Klaas en even later horen ze hoe Klaas de buitendeur op slot draait en dus ook weg is.
Gerrit slaakt een zucht. “Wat nu?”
“Dat wordt wachten tot morgenochtend” zegt Jaap laconiek, alsof er niets aan de hand is.
Ze gaan zitten en Gerrit vertelt zijn verhaal. Jaap knikt begrijpend als Gerrit vertelt over de reden van zijn ontslag en hoe hij de afgelopen maanden al min of meer wraak heeft genomen en hoe vandaag de ultieme wraak zou zijn.
Jaap vertelt dat hij op een soortgelijke manier is ontslagen. Hij heeft echter de pech dat het door zijn leeftijd veel lastiger is om een nieuwe baan te vinden. Door alle ellende is zijn huwelijk stuk gegaan en is hij het grootste deel van het geld dat hij heeft meegekregen kwijt geraakt aan kosten voor een advocaat en een nieuwe woning. Hij leeft nu van een uitkering. Op zich kan hij zich daar best mee redden, ware het niet dat één van de ergste dingen die een ouder kan overkomen is gebeurd. Zijn 7-jarige dochter, Lisa, is ernstig ziek geworden. Ze kan alleen geholpen worden door een operatie in Amerika. Dit wordt niet vergoedt.
Jaap kon maar één manier bedenken om aan genoeg geld te komen, de bank van Wisman beroven.
“Wat een verhaal” zegt Gerrit.
De mannen blijven even stil, in gedachten verzonken.
“Ik ben blij dat mijn vrouw Petra niet thuis is vannacht” zegt Gerrit.
“Zullen we dan maar eerst doen waar we voor gekomen zijn? Er is genoeg voor ons tweeën.”
“Neem jij alles maar, Jaap. Ik heb het niet nodig. Anders had ik het ook aan goede doelen gegeven en wat is er een beter doel dan de gezondheid van jouw dochter.”
Gerrit toetst de code van de eerste kluis in en, inderdaad, ook deze is niet gewijzigd.
“Wat een mooi gezicht is dat toch, al die rechte stapeltjes met bankbiljetten” zegt Jaap. Gerrit knikt instemmend.
Ze pakken allebei zoveel stapels als in hun rugzakken en aktetas passen en sluiten daarna de kluisdeur weer.
Inmiddels is het 20.00 uur.
“Dat wordt nog een lange zit tot morgenochtend.”
“Gelukkig heb ik koffie meegenomen” en Jaap haalt een thermoskan tevoorschijn.
“Had jij niet altijd kaarten bij je?” Gerrit lacht, ja dat klopt, deze zitten altijd in het voorvak van zijn rugzak.
Even later zitten ze onder het genot van een kopje koffie te kaarten en brengen ze al kaartend en kletsend de nacht door.
De volgende ochtend om 7.30 uur sluiten ze zich op in de toiletten en wachten tot de bank open gaat.
Gerrit heeft het tweede mondkapje (de lila) aan Jaap gegeven.
Als om 8.00 uur de deuren van de bank open gaan, wachten ze nog even voordat ze ieder apart met mondkapje op de toiletten verlaten.
Een stuk relaxter dan de vorige dag lopen ze de bank uit.
Als Gerrit bij zijn auto is stuurt hij een appje naar Jaap.
“Vanavond weer een potje kaarten?”😉
Kijk voor meer informatie over Cozon Creatief en wat ik nog meer te bieden heb bij de pagina's Over CoZon Creatief, Coaching, Workshops, Eigen werk, Blogs.