Hier vind je de ingesproken versie van These Boots are made for walking in 3 delen =>
|
![]()
|
![]()
|
![]()
|
These Boots are made for walking
Jan loopt over zijn erf en kijkt trots om zich heen. Dit is toch maar mooi van hem. Deze boerderij met alles wat bij een boerderij hoort. Koeien, schapen, varkens, weiland, boomgaard en natuurlijk een hooiberg.
Het is een ouderwetse boerderij. De meeste boeren richten zich tegenwoordig op één ding, óf op koeien óf schapen, óf landbouw óf.... Hij doet het net als vroeger. Hij heeft alles. Hierdoor is het wel kleinschaliger, maar ook veelzijdiger en daar houdt hij van. Hij laat zich niets meer opleggen wat hijzelf niet wil. Niet meer!!
Dat was vroeger wel anders, wat dat betreft heeft zijn relatie met Annabel toch ook iets goeds voortgebracht. Hij loopt naar het bankje op de dijk en denkt aan hoe het begonnen was.
Jan was zeventien jaar toen hij Annabel leerde kennen op school. Mooiste meisje van de klas was zeker op haar van toepassing en Jan droomde net als heel veel andere jongens op school van haar, maar hij was ook een realist en wist dat ze voor hem te hoog gegrepen was. Dromen kon echter geen kwaad en eigenlijk was hij ook wel blij dat het niets kon worden, want hij zou niet weten wat hij moest doen, plus op deze manier bleef de droom zo mooi als hij hem maakte.
Achttien was hij, toen hij op zijn favoriete bankje langs de dijk zat. Hij had zijn vader net geholpen met koeien melken en rustte nu even uit. Met zijn ogen gesloten meimerde hij over Annabel. Hij fantaseerde hoe ze elkaar tegen zouden komen, elkaar in de ogen keken en ... patsboem... de vonken zouden overslaan.
“Mag ik er bij komen zitten?”
Jan had zijn ogen gesloten gehouden en gedacht dat hij nu echt droomde toen hij haar stem hoorde.
“Hallo, slaap je? Mag ik er bij komen zitten?”
Jan had voorzichtig zijn ogen geopend, opzij gekeken en geknikt. Het leek alsof zijn keel dichtgeknepen werd waardoor hij niet in staat was iets te zeggen. Daar had ze gestaan en ze was naast hem gaan zitten, had ook haar ogen gesloten en zo hadden ze daar een tijdje in stilte gezeten.
Jan had zich vertwijfeld afgevraagd wat ze van hem verwachtte, maar wat het ook was, het enige dat hij haar had kunnen geven was stilte.
De bank had wat bewogen toen ze op was gestaan en zonder iets te zeggen was weggelopen.
Hij had zich voor zijn kop geslagen, vond zichzelf een stumper. Had hij de kans en liet hij hem zo door zijn vingers glippen.
Twee dagen later had hij weer op het bankje gezeten en was Annabel ook weer naast hem gaan zitten. Alleen hadden ze elkaar nu gedag gezegd toen ze wegliep. Zo was het een tijdje door gegaan en iedere keer hadden ze wat meer tegen elkaar gezegd. Ze hadden over van alles gepraat en Jan had zich steeds meer kunnen ontspannen.
Op een vrijdag, hij wist het nog goed. Het was de dag dat Mien die middag twee kalfjes had gekregen, iets wat heel bijzonder is bij koeien en hij was helemaal in de wolken dat hij mee had mogen helpen.
Terwijl hij vol vuur had zitten vertellen over de geboorte had Annabel hem steeds aangekeken en opeens had ze zich naar voren gebogen en hem gekust. Hem, Jan de gewone boerenzoon. Met een rood hoofd was hij naast haar blijven zitten, terwijl zij zijn hand had gepakt en zo hadden ze net als de eerste keer met hun ogen dicht naast elkaar gezeten.
Tien jaar geleden was dat nu. Tien lange jaren.
In het begin was het fantastisch geweest, maar al snel ging het bergafwaarts. Annabel wilde allerlei dingen die hij haar niet kon geven. Ze wilde ieder weekend uit en ze haatte het als hij afspraken af moest zeggen als er iets dringends op de boerderij was. Hij begreep haar frustratie wel, maar dat hoorde nu eenmaal bij het boer zijn. En boer wilde hij zijn. Hij zou de boerderij overnemen van zijn ouders. Dat was voor hem al duidelijk geweest toen hij nog een klein jochie was en hij uit school zo snel mogelijk naar huis fietste, zijn overall aantrok en zijn vader ging helpen.
Annabel klaagde ook steeds meer over zijn kleding en om één of andere reden leek ze vooral een hekel te hebben aan zijn laarzen. De laarzen die nog van zijn opa waren geweest en die hij vlak voor zijn overlijden van zijn opa had gekregen. Misschien stonden ze wel symbool voor alles waar Annabel uiteindelijk een hekel aan kreeg.
Hoe langer ze bij elkaar waren hoe venijniger haar woorden en acties werden. Jan probeerde het haar op zijn manier naar de zin te maken, maar hoe meer hij zijn best deed hoe slechter het ging.
Zijn ouders hadden al een aantal keer gevraagd of het niet beter was om de relatie te beëindigen, maar Jan kon het niet. Hij snapte het zelf ook niet, maar hij kon de woorden niet over zijn lippen krijgen. Mede doordat, iedere keer als hij de moed had verzameld, Annabel net weer even, alsof ze aanvoelde wat hij van plan was, heel lief deed en ze weer een leuk moment samen hadden. Hierdoor werd hij herinnerd aan hoe leuk het ook kon zijn en kreeg hij toch weer hoop en slikte hij de woorden weer in.
Annabel beëindigde de relatie ook niet, soms bekroop hem het gevoel dat zij er van genoot hoe het ging tussen hen. Dat ze er van genoot om haar frustraties op hem af te kunnen reageren.
Dat het zo niet langer kon wist hij, maar welke schop was er nodig om hem het zetje te geven de knoop door te hakken?
Die schop was gekomen en wel in tweeën. De ergste die hij kon bedenken.
Hij had die dag zijn laarzen nergens kunnen vinden. Nu was hij er de vorige dag niet helemaal bij geweest, omdat Annabel hem weer zo op zijn nek had gezeten en wie weet had hij ze daardoor ergens anders neer gezet dan normaal. Hij maakte zich niet direct zorgen, hij zou ze vast ergens tegenkomen.
’s Avonds had hij afgesproken met zijn beste vriend. Jan was benieuwd hoe het die avond zou gaan, want de laatste tijd was zijn vriend afstandelijker geweest. Zin in een avondje beetje kletsen en voetballen kijken had hij wel. Even afleiding van zijn gepieker.
Hij zette zijn fiets voor het huis van zijn vriend en zag tot zijn verbazing een stuk verderop de auto van Annabel. Alle alarmbellen gingen af. Wat had Annabel hier te zoeken? Kende ze iemand anders in deze buurt? Hij had haar daar nooit over gehoord. Wel had ze gezegd dat ze deze avond geen tijd had om af te spreken. Voor hem een geluk, want meestal kreeg hij niet de kans om voetbal met zijn vriend te kijken. Annabel had altijd wel iets anders wat ze net toevallig op zo’n avond samen moesten doen.
Jan liep naar de achterdeur, opende hem en hoorde gelijk al stemmen en het gegiechel van Annabel. Waarom was het hem nooit opgevallen dat ze zo’n irritante lach had?
Eerst wilde hij doorlopen, maar hij besloot even af te wachten wat hij nog meer zou horen.
“Wat heb je daar nu, Annabel?” hoorde hij zijn vriend vragen.
“Iets waar we straks veel lol mee zullen hebben” reageerde Annabel.
Jan hoorde wat geritsel van een plastic zak.
“Ik heb al zo gelachen toen ik deze laarzen meenam. Ik zag het al helemaal voor mij hoe Jan in paniek aan het zoeken ging. De slome. Wat heeft hij toch met die oude laarzen?”
“Zijn dat de laarzen van zijn opa?”
“Ja, wat een erfenis hè! Laarzen. Wat moet je daar nu mee. Verder heeft die oude man niets van waarde achter gelaten. Ik haat die laarzen. Dus ik wil er van af.”
Jan hoort zijn vriend wat tegensputteren, maar kan niet horen wat hij zegt.
Annabel vervolgt: “Heb je een scherp mes ofzo?”
“Ja, hoezo?”
“Ga nu maar halen. Dan gaan we eerst dit klusje doen en daarna ga je mij lekker verwennen in bed.”
Jan voelde zichzelf verschieten van kleur. Daarom was zijn vriend dus zo afstandelijk geweest.
“Nou, schiet op, haal dat mes nu maar” zei Annabel geïrriteerd.
Jan hoorde zijn vriend opstaan en naar de keuken lopen, een la opendoen, het mes pakken en weer teruglopen naar de kamer.
“Zo, geef snel hier, dan gaan we van deze laarzen een mooi kunstwerkje maken.”
Opnieuw hoorde Jan zijn vriend wat tegensputteren, maar blijkbaar had Annabel zijn vriend al net zo in zijn macht als hem. Hij zou bijna medelijden krijgen met zijn vriend.
Jan wist dat hij niet langer kon wachten, wilde hij zijn laarzen nog heel terug krijgen. Hij gooide met een klap de achterdeur dicht en liep snel naar de woonkamer. Annabel en zijn vriend keken beide op. Zijn vriend geschrokken, Annabel met een voldane glimlach.
“Wat doe jij hier? Annabel zei dat je vanavond niet kon, omdat er een spoedklus was op de boerderij?”
“Geen spoedklus bij mij op de boerderij. Jij had wel een klus voor ogen hè Annabel?”
Zijn vriend keek om naar Annabel, die met een grote grijns op haar gezicht naast hem zat.
“Jullie zijn beide zulke sukkels.” Ze stond op, gooide de laarzen die ze nog in haar handen had door de kamer en liep weg.
“Ik begrijp er niets van” mompelde zijn vriend.
“Ik wel” zei Jan, pakte zijn laarzen en liep met een grote grijns weg.
De schop was hard, maar wel raak!
Epiloog:
Jan maakt zich klaar voor de avond. Eindelijk gaat hij het dan doen. Vanavond is het Karaoke-avond in Café De Grote Beer, genoemd naar de beer die, volgens de eigenaar, door zijn vader is geschoten.
Jan doet nog wat stemoefeningen. Zijn geheim gaat hij vanavond wereldkundig maken. Zelfs zijn ouders kennen zijn geheim niet. Het mooiste is dat hij weet dat Annabel er ook zal zijn.
Het is tijd om te gaan. Hij trekt zijn opa’s laarzen aan en loopt naar beneden waar zijn ouders al klaar staan om weg te gaan. Ze kijken wel wat vreemd op van zijn laarzen, maar zeggen niets.
In Café De Grote Beer is het al behoorlijk druk en ze lopen naar het tafeltje waar zijn vriend met zijn ouders zitten. (Na een goed gesprek zit het weer helemaal goed tussen hen en genieten ze weer van de voetbalavonden samen.)
De café-eigenaar pakt de microfoon en kondigt aan dat ze met de Karaoke gaan beginnen. De eerste mensen melden zich al aan.
Jan kijkt rond, maar ziet nog geen Annabel. Als ze nu maar wel komt. De deur van het café gaat open. Annabel. Toch!
Jan wacht tot ze zit en een drankje heeft en staat dan op. Bewust loopt hij langs haar tafeltje, zonder haar aan te kijken, naar het podium.
Hij geeft het lied door aan de café-eigenaar, draait zich om, kijkt rond en ziet verbaasde gezichten van zijn ouders en vriend en ook bij Annabel. Terwijl hij de microfoon pakt, kijkt hij in de richting van Annabel, daarna heel bewust naar beneden naar zijn laarzen en weer naar haar en hij knipoogt, wetende dat zij het niet leuk gaat vinden wat gaat volgen.
De muziek start. De eerste woorden klinken nog wat onzeker, maar dan voelt hij dat hij het echt kan en zingt, terwijl hij blijft kijken naar Annabel:
You keep sayin' you got somethin' for me
Somethin' you call love but confess
You've been a'messin' where you shouldn't 've been a'messin'
And now someone else is getting all your best
These boots are made for walkin'
And that's just what they'll do
One of these days these boots are gonna walk all over you
Ya
Jan kijkt rond en ziet zijn ouders en vriend nog verbaasder kijken, maar tegelijk ook goedkeurend. De ogen van Annabel lijken op steeltjes te staan.
You keep lyin' when you oughta be truthin'
And you keep losing when you oughta not bet
You keep samin' when you oughta be a'changin'
Now what's right is right but you ain't been right yet
These boots are made for walkin'
And that's just what they'll do
One of these days these boots are gonna walk all over you
You keep playin' where you shouldn't be playin'
And you keep thinkin' that you'll never get burnt (ha)
I just found me a brand new box of matches (yeah)
And what she knows you ain't had time to learn
These boots are made for walkin'
And that's just what they'll do
One of these days these boots are gonna walk all over you
Are you ready, boots? Start walkin'
Jan voelt de opluchting en de adrenaline door zijn lijf gaan. Hij heeft het gedaan!!
Dan ziet hij dat Annabel op staat met een gezicht op onweer en dat zij stampvoetend wegloopt. Hij voelt voldoening. Hij kijkt de mensen in het publiek langs en ziet háár. Zij had al die tijd achter Annabel gezeten. Hij kent haar niet. Ze is niet het mooiste meisje van de klas, zoals Annabel, maar wat hij nu ziet, wel het liefste en weet het gaat helemaal goed komen.
================================================================================================
Voor wie geen/niet goed engels kan hieronder de vertaling van het lied:
Deze laarzen zijn gemaakt om te lopen (van Nancy Sinatra)
Je blijft maar zeggen dat je iets voor mij hebt
Iets dat je liefde noemt, maar beken!
Je hebt gerotzooid waar je niet had moeten rotzooien
en nu krijgt iemand anders het beste van jou
Deze laarzen zijn gemaakt om te lopen
En dat is precies wat ze zullen doen
Een dezer dagen lopen deze laarzen over jou
Je blijft liegen, wanneer je eerlijk zou moeten zijn
En je blijft verliezen, wanneer je niet zou moeten gokken
Je blijft het zelfde doen, wanneer het anders zou moeten
Nu wat juist is, is juist, maar jij hebt nog geen gelijk gehad
Deze laarzen zijn gemaakt om te lopen
en dat is precies wat ze zullen doen
Een dezer dagen lopen deze laarzen over jou
Jij blijft spelen, waar je niet zou moeten spelen
En jij blijft denken dat je je nooit zal branden
Ik vond net een gloednieuwe doos met lucifers
En wat hij weet, jij hebt geen tijd gehad om dat te leren
Deze laarzen zijn gemaakt om te lopen
En dat is precies wat ze zullen doen
Een dezer dagen lopen deze laarzen over jou
Ben je er klaar voor, laarzen?
Start met lopen.
Kijk voor meer informatie over Cozon Creatief en wat ik nog meer te bieden heb bij de pagina's Over CoZon Creatief, Coaching, Workshops, Eigen werk, Blogs.