Wie kakelt moet ook eieren leggen
Schrijfopdracht: Spreekwoorden als inspiratiebron. 'Wie kakelt moet ook eieren leggen'. Laat de betekenis van dit spreekwoord (en ook dáár ga je zelf over!) op je inwerken: Welke situatie schiet je te binnen? Welke personages spelen hierin een rol. Schrijf het verhaal dat dit spreekwoord illustreert.
|
Hiernaast vind je de ingesproken versie van 'Wie kakelt moet ook eieren leggen =>
|
|
Sanne
Kakel, kakel, het is weer zover. Aagje, mijn buurvrouw, is weer aan het kletsen en roddelen, ook over mij. .Ik hoor regelmatig dat ze vindt dat ik niet netjes genoeg ben. Ze heeft namelijk steeds niet door dat ik op mijn balkon zit. Door omstandigheden ben ik al een paar maanden aan huis gekluisterd en als het enigszins kan zit ik op mijn balkon. Gelukkig is het steeds goed weer geweest. Nadeel is dat ik dus al die roddels en verhalen aan moet horen. Mijn geluk is wel dat ik beschut kan zitten waardoor Aagje mij niet kan zien. Vandaag is de buurman naast haar het slachtoffer dat haar relaas aan moet horen. Ik moet er altijd wel om lachen. Aagje heeft zich volgens mij als doel gesteld om, als het kan, iedereen in haar omgeving af te kraken zodat zij zich beter voelt. Haar favoriete onderwerpen zijn schoonmaken en dat ze dat zo goed doet, dat ze voor niets en niemand bang is en hoe de andere buren zich gedragen. Omdat we in een nogal verouderde flat wonen hebben we wel eens last van muizen en veel last van spinnen. Eerst moest ik er wel aan wennen, maar nu weet ik niet beter en als ik ze tegenkom vang ik ze en zet ik ze weer buiten. Ik hoor Aagje weer opscheppen tegen de buurman over hoe groot de spin was die ze gevangen heeft en dat hij zo kraakte toen ze er met haar hamer op sloeg. ‘Arme spin!’ Ze kakelt nog verder over wat ze die dag allemaal schoon gaat maken, zoals de keuken, badkamer enz. Wat wel opvalt is dat ik Aagje nooit hoor zeggen dat ze de ramen gaat zemen en ik heb haar dat ook nog nooit zien doen. Deze zijn dan ook opvallend smerig. De deurbel bij Aagje gaat. Oh ja, het is donderdag. Vaste prik. Om 10.00 uur krijgt ze bezoek en om 13.00 uur gaat het bezoek weer weg. Ik pak mijn boek en probeer verder te lezen. Ineens hoor ik gegil en gekrijs. Het komt bij Aagje vandaan. Dan hoor ik 2 vrouwen naar buiten rennen. Ik kijk over mijn balkonhek heen en zie 1 vrouw met een tulband-achtige hoofddoek om, zo eentje die vrouwen vroeger omhadden als ze aan het schoonmaken waren, en een emmer en zwabber in haar hand en het is níet Aagje. Ze gillen echt moord en brand; “een muis, een muis.” “Zal ik even helpen, Aagje?” Aagje knikt, trillend als een rietje. Extra rustig loop ik naar hen toe, toch een beetje plagen. “Waar zit hij?” “In de kamer, onder de kast.” Ik loop de kamer in, kijk wat rond, want ik verwacht niet dat hij nog onder de kast zit. Als ik buk zie ik toch iets pluizigs-grijs liggen. Het ligt wel verdacht stil. Voorzichtig kruip ik naar de kast. Het blijft nog steeds liggen. Wat een tamme muis. Ik ga met mijn hand onder de kast… en pak de muis beet…. Dan schiet ik in de lach… In mijn hand heb ik niet een muis, maar een soort grijze, pluizige stofwolk. Waarschijnlijk lag deze eerst ergens anders en is hij door beweging van iets anders onder de kast gewaaid en hebben Aagje en, zo te zien, háár schoonmaakster, dat aangezien voor een rennende muis. Ik neem ‘de muis’ mee naar buiten, waar beide vrouwen nog staan, inmiddels iets tot rust gekomen. Ik open mijn hand, ze schrikken terug, maar zien dan de pluis. “Je bent echt voor niets en niemand bang, hè Aagje? En wat kan jij goed schoonmaken!” Terwijl Aagje een hoofd zo rood als een biet krijgt, loop ik terug naar mijn huis en denk “Wie kakelt zou ook eieren moeten leggen.” |
Aagje
Ik loop naar buiten, daar zie ik de buurman. Fijn, kan ik even met hem kletsen. Voordat ik er erg in heb hoor ik mijzelf weer praten over wat ik vandaag ga doen, schoonmaken en over de gigantische spin die ik heb gevangen. Ik wil hier mee ophouden, want ik zie de ogen van de buurman al wegdraaien. Hij is niet geïnteresseerd in mijn verhalen over de schoonmaak. En terecht! Iedere keer neem ik mij voor om het over andere dingen te hebben, maar ik kan niet stoppen met roddelen, praten over hoe goed ik wel niet ben in schoonmaken en dat ik voor niets en niemand bang ben. Ik weet inmiddels ook waarom ik dit doe. Het komt door mijn onzekerheid. Ik heb vroeger alleen maar gehoord dat ik niets kon, geen nut had, dat het nooit iets zou worden met mij. Als kind ben ik dat gaan geloven. Later ben ik mijn onzekerheid gaan verbergen door op te scheppen. Mijn onbewuste gedachte was, dat als ik dit nu maar vaak genoeg zou doen, ik zelf zou gaan geloven dat waar ik over opschepte klopte. En nog belangrijker, zou het mij misschien op een dag ook daadwerkelijk allemaal lukken. En het roddelen..? Zelfde reden. Zolang andere mensen dingen ook niet goed deden, voelde ik mij beter. De waarheid is echter dat ik heel slecht ben in schoonmaken en als de dood ben voor van alles en nog wat, vooral voor muizen. Het liep zo de spuigaten uit, het werd zo vies en rommelig, dat nu in het geheim iedere donderdag Cora, de schoonmaakster, komt. Het enige dat ze niet mag doen zijn de ramen, want dan kunnen de buren haar natuurlijk zien. Ik hoor de bel en zeg de buurman teleurgesteld gedag. Helaas weer een kans voorbij laten gaan om te laten zien hoe leuk ik hem vind, en op deze manier gaat hij mij zeker niet leuk vinden. Ik open de deur voor Cora, zoals altijd met zo’n soort schoonmaaktulband op zoals je ook wel eens ziet in oude advertenties van schoonmaakmiddelen. Deze is nog van haar moeder heeft ze verteld en voelt voor haar als een soort onderdeel van een uniform. Ze gaat gelijk aan de slag in de kamer. Ik ruim ondertussen wat dingetjes op. Ineens springen we allebei op en ik hoor Cora, net als ik, een gil slaken en daarna “een muis” roepen. We zien hem nog onder de kast verdwijnen en rennen gillend naar buiten, Cora nog met emmer en zwabber in haar hand. Eenmaal buiten geneer ik mij voor ons gekrijs. Naast ons hoor ik Sanne. Gelukkig, Sanne is altijd zo relaxt, ik zou willen dat ik een stukje van haar relaxte instelling had. Ze vraagt wat er aan de hand is en of ze kan helpen. Op haar gemak (ik verdenk haar er van dat ze dit expres doet) komt ze naar ons toe. Ik vertel dat de muis onder de kast in de kamer zit. Na een tijdje komt ze terug met iets in haar hand. Als ze deze opent zien we een grijs pluizig iets liggen. Ik voel het schaamrood op mijn kaken komen. Van alle kanten betrapt en door de mand gevallen. Had ik maar niet zo moeten kakelen, want eieren leggen kan ik niet! |
Kijk voor meer informatie over Cozon Creatief en wat ik nog meer te bieden heb bij de pagina's Over CoZon Creatief, Coaching, Workshops, Eigen werk, Blogs.